116
13 APRIL 1966.
De heer VAN DER WERFF zegt dat dit een uitgebreid voorstel is, waar
in op pagina 2 wordt gezegd dat last en ruggespraak bijzonder remmend
werken. Er was ruggespraak gehouden door de gedelegeerden van deze ge
meenteraad en van de drie andere gemeenteraden van Tilburg, Eindhoven
en 's-Hertogenbosch, waardoor het oordeel over de begroting en middelen
van de drie culturele instellingen waar het hier om gaat, niet tijdig zou
den kunnen worden vastgesteld.
Van dit argument is spreker echt niet ondersteboven, want het moet vol
gens hem toch mogelijk zijn om een modus te vinden opdat die begroting
eerder wordt ingediend. Hij meent dat zo'n ogenblik toch ook al ver vóór
de gemeentelijke begroting wordt vastgesteld, kan liggen.
Nu is er minder speelruimte zowel voor het college als voor de raad.
De gemeente komt er zeker niet goedkoper mee af.
Onder aan pagina 1 staat dat het subsidiëntenoverleg tot nu toe goed ge
werkt heeft. Er werd beoogd de subsidiënten tot een gemeenschappelijk
standpunt te brengen, waarmee de culturele instellingen rekening zouden
kunnen houden. Dan wordt overgegaan tot het perfectum presentis.
Met deze vorm van overleg heeft men voordeel gehad, dit is nu een afge
sloten periode. Nogmaals zegt spreker niet te zien waarom nu opeens ge
zegd moet worden, dat de wijze van handelen van de laatste drie jaren
nu omgebouwd moet worden tot een gans andere, vooral omdat daardoor
de directeur van de schouwburg gebonden zal worden aan datgene wat
speciaal het toneelgezelschap zal voortzetten.
Spreker herinnert zich nog heel goed de woorden van de wethouder op
nieuwjaarsdag, 's-avonds om 23.45 uur, toen hij stelde dat hij nog niet
gans content was en dat hij dat ook bekend zou willen maken.
Daarbij weet de wethouder zich gesteund door een groot deel van de raad.
In het vervolg weet hij dat wanneer de wethouder of de gedelegeerde van
de raad dergelijke woorden zal willen brengen er niemand steunt, want de
raad heeft geen invloed meer op deze aangelegenheid. Iedereen weet, dat
wanneer het instituut in het leven is geroepen, het vrijwel niet doenlijk
is de knop terug te draaien.
Spreker herinnert eraan dat de raad de mogelijkheid van kritiek prijsgeeft
Dan denkt hij weer aan Ensemble dit jaar; dit toneelgezelschap is een mis
lukking geweest. De "Struisvogeleieren" van 1 januari was een verkeerd
stuk, de regie was fout hetgeen hij met voorbeelden kan staven. Er wordt
een echtpaar van 60 h 70 jaar ten tonele gevoerd dat uit elkaar dreigt te
gaan. Dat is een bijzonder aangrijpende kwestie, maar het is dat hele
maal niet als men 60 70 is. Het is alleen aangrijpend als men een eind
je in de 40 is.
Drie stukken zijn gemonteerd met krankzinnig kostbare buitenlandse re
gisseurs, uit alle windstreken. Dit is niet alleen spreker 's oordeel, maar
ook dat van kunstrecensenten. Een vreemde hang wordt bij Ensemble ge
constateerd voor musicals, als vorig jaar "Oh what a lovely war". Aange
zien Nederland nooit in de eerste wereldoorlog is geweest, is uitsluitend
voor een historicus ongeveer te begrijpen wat wordt bedoeld. Overigens
ontbreken voor dergelijke stukken, buiten Liane Dorana, de krachten.
De heer VAN CASTEREN vraagt wat dit alles met het voorstel te ma
ken heeft.
De VOORZITTER meent dat de heer van der Werff zijn eigen oordeel