148
11 MEI 1966.
heid ter tafel te brengen, doch alleen getracht hebben de grootste mate
van voorzichtigheid te betrachten.
In verband met de vraag van de heer Vis over de regeling verhuizing van
groot naar klein, kan spreker mededelen dat per jaar 20 3. 25 gevallen
van deze regeling gebruik maken. In het kader van de verplaatsing zet
deze regeling niet zoveel zoden aan de dijk. Reeds verhuisd zijnde naar
een kleinere woning kwam men meestal dan pas tot de conclusie dat van
deze regeling geprofiteerd kon worden. Bovendien heeft deze regeling
een ander uitgangspunt dan de thans voorliggende.
In antwoord op de vraag van mevrouw de Bonte deelt spreker mede dat
burgemeester en wethouders van mening zijn dat artikel 6 der regeling
voorlopig gehandhaafd moet blijven. Of dit zo zal blijven weet hij niet,
de mogelijkheid bestaat dat in 1967 wordt geoordeeld, dat het beter is de
beide regelingen naast elkander te laten voortbestaan. Spreker zou zich
in de praktijk willen beraden wat voor consequenties dit zal hebben.
Spreker zegt dat de heer Kramer niet moet verwachten dat burgemeester
en wethouders de regeling van de pui van het gemeentehuis zullen af
kondigen. Naar zijn mening is deze tijd voorbij. Hij hoopt echter dat de
pers zo vriendelijk zal zijn aan deze regeling redactioneel ruime bekend
heid te geven.
Bovendien is hem gebleken dat de regeling in de publieke belangstelling
staat. Aan bureau huisvesting is reeds instructie gegeven de inwoners bij
voorkomende vrijwillige verhuizingen op de mogelijkheden te attende
ren. Overigens wijst hij op tal van maatschappelijke organen in de sa
menleving, de vakbeweging, die door hun contact met het publiek de
nodige bekendheid aan deze regeling kunnen geven. Burgemeester en wet
houders kunnen niet buiten de normale proporties gaan voor wat het be
kendmaken van gemeentelijke regelingen betreft.
Wanneer een maximaal bedrag van 400, - gesteld is, dan houdt dit in
dat het natuurlijk minder kan zijn. Spreker is echter van oordeel dat bij
elke verhuis 400, - alleen aan vitrages, gordijnen en vloerbedekking
nodig is. Als er een exceptioneel geval voordoet dan kunnen burgemees
ter en wethouders minder verstrekken dan 400, -.
Voor de suggestie gedaan door de heer van Gastel voelt spreker iets. Eer
lijk gezegd heeft hij daarbij tot op heden niet stil gestaan. Hij gelooft
niet dat het strijdig is met de tekst van de regeling. Hij wil de suggestie
overnemen zonder het in de regeling tot uitdrukking te brengen, doch in
de praktijk voor deze mensen een tijd aan te houden die neerkomt opeen
termijn v.an twee maanden.
De opmerking van de heer van Casteren betreffende de norm van de per
sonele belasting 1950 is voor burgemeester en wethouders een twijfel en
twistpunt geweest. Burgemeester en wethouders wilden de wellicht klei
nere categorie van huiseigenaren in het Sportpark-kwartier en Belcrumbv.
voor de uitkering in aanmerking laten komen. Het is dus goed denkbaar
dat een huiseigenaar vertrekt naar een veel riantere en veel comfortabe
ler nieuwbouwwoning. De norm die men dan moet hanteren was echter
een grote vraag. Er zijn suggesties geweest om de huurwaarde van een
soortgelijke woning te laten gelden. Spreker weet niet of de praktijk zal
uitwijzen of het veel zal voorkomen. Indien dit het geval zou zijn en
het zou tegen de regeling indruisen dan is spreker bereid om bij de her
ziening van de regeling, die ongetwijfeld moet komen, aan deze cate-