151
11 MEI 1966.
De heer Broeders, zo vervolgt spreker, heeft een bijzonder belangrijk pro
bleem aangehaald. Een probleem waar burgemeester en wethouders al zeer
lang mee worstelen. Dit is de raad ook bekend. Burgemeester en wethou
ders hopen dat zij door deze opschuivingsregeling iets meer aan de jaren
lange schrijving zullen kunnen doen. Zij zullen de erg langdurige inschij -
vingen voorrang geven bij de vrijkomende goedkopere woningen. Het
staat voor spreker echter thans vast dat een bepaald aantal van deze geval
len niet zal kunnen worden opgelost omdat zij niet oplosbaar zijn op grond
van andere factoren.
Dit maakt het voor hem zeer moeilijk om een al te vlotte toezegging aan
de heer Broeders te doen tot analysering van deze noodgevallen. Dat is
een hachelijke zaak zeker in een openbare raadsvergadering. Men voelt
zich zo gauw te kijk gesteld, te meer omdat een bepaald geval zo door
zichtig kan zijn. Wellicht zou analysering in de vergadering van de af
deling kunnen geschieden. Overigens wil hij in dit verband op een expe
riment wijzen, waarover hij bij de laatste begrotingsbehandeling heeft
gesproken en dat thans lopende is. Regelmatig, eens per maand, wordt er
op het gebied van huisvesting een samenspreking gehouden met enkele
personen uit de kring van het professioneel maatschappelijk werk.
Dit heeft zijn vruchten al in meerdere gevallen afgeworpen en hij gelooft
dat een uitbouw van deze zaak juist op dit gebied veel verlichting zal
kunnen brengen.
Tot voortzetting en uitbreiding van de zaak hebben burgemeester en wet
houders reeds besloten.
Spreker is het niet eens met de opmerking van mevrouw de Bonte waar zij
de verwachting heeft uitgesproken dat de Prontowoningen er niet bij be
trokken zullen worden. Hij heeft echter stellig de verwachting dat deze
woningen er wel bij betrokken zullen worden. Hij hoopt dat hij gelijk zal
krijgen en is de mening toegedaan dat mevrouw de Bonte dit hoopt.
Wanneer de Prontowoningen in een groot aantal in het verschuivingsproces
worden betrokken zal zich onmiskenbaar de typering van een bepaalde
wijk wijzigen.
Dit bijkomende verschijnsel heeft tot gevolg gehad dat er verschillende op
schuivingen naar IJpelaar hebben plaatsgehad.
Hierna wordt het schrijven voor kennisgeving aangenomen.
13. ONTTREKKING VAN EEN GEDEELTE VAN DE ZWAANSTRAAT AAN
HET OPENBAAR VERKEER.
De heer VAN DER WERFF vraagt of het voetpad gehandhaafd blijft.
Volgens de tekening die bij de stukken ter visie ligt is dit niet het geval.
Volgens spreker zal dit voor vele mensen een flink stuk omlopen beteke
nen.
Wethouder VERMEULEN deelt mede dat er geen voetpad gehandhaafd
blijft. De grond moet volgens bestaande overeenkomsten worden geleverd.
Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten.
14. EXPLOITATIE BADHUIS.