155 11 MEI 1966. 28. PROCEDURE VERORDENING PLANSCHADE-VERGOEDING. De heer SPANJER heeft de oude en nieuwe verordening naast elkander gelegd en hij heeft een verschilpunt opgemerkt. In de oude regeling staat dat de commissie benoemd wordt op voordracht van burgemeester en wet houders door de raad. In de nieuwe verordening ontbreekt dit. Wellicht is het niet zo belangrijk, want het is natuurlijk niet de bedoeling dat raads leden in de procedure-commissie zitting nemen, omdat dit volgens de ge meentewet niet mogelijk is. Spreker wijst er echter op, dat de regeling bijna gelijk is en vermoede lijk de algemene bekendheid van de procedure aan de burgers zal ont gaan. Hij zou ter wille van de duidelijkheid de woorden "buiten de ge meenteraad" gaarne zien opgenomen. De heer VAN CASTEREN leidt uit de laatste zin van het voorstel van burgemeester en wethouders af, dat de afdeling voor de verordeningen niet is gehoord. Spreker meent dat dit toch van belang is omdat het hier over een nieuwe verordening gaat. Wethouder VERMEULEN deelt de heer van Casteren mede dat het niet de bedoeling is in de afdeling voor de verordeningen andere dan strafver ordeningen te brengen. Uit hoofde van doelmatigheid is dat geen haalba re zaak. Ten aanzien van de opmerking van de heer Spanjer stelt spreker dat uit het voorstel van burgemeester en wethouders blijkt dat zij zonder meer de formulering hebben gevolgd, die gegeven is door het Nederlands instituut voor ruimtelijke ordening en volkshuisvesting. In dit model zijn de woorden "buiten zijn midden" dus ook niet opgenomen. Spreker kan de heer Spanjer de verzekering geven dat het niet in de be doeling van burgemeester en wethouders ligt om de commissie uit raads leden samen te stellen. De toevoeging van de gevraagde woorden zijn in verband met de bepalingen van de gemeentewet overbodig. Evenmin als een raadslidaannemer iets aan de gemeente mag leveren. Alleen al dat een raadslid, lid van de commissie, moet oordelen over een deskundigen rapport, waaraan hij zelf heeft medegewerkt en inkomsten heeft genoten, maakt het een onverenigbare functie. Zonder dat de woorden "buiten zijn midden" zijn opgenomen, kan naar spreker's mening op dit punt echt geen misverstand bestaan. De heer SPANJER deelt mede, dat hij alleen de duidelijkheid voor de burgers van de verordening wenst, omdat zij daarmede te maken hebben en de regeling weinig gebruikt zal worden en zodoende weinig mogelijk heid zal hebben om bij het publiek bekendheid te krijgen. Er mogen daar om geen misverstanden ontstaan en de burgers mogen niet het gevoel heb ben dat zij door de raadsleden zelf worden beoordeeld. Het gaat bij spre ker om de duidelijkheid tussen overheid en burger. Wethouder VERMEULEN neemt aan dat de commissie van het Neder lands instituut voor ruimtelijke ordening en volkshuisvesting zich deze mogelijkheid zeer wel bewust is geweest. Spreker is van oordeel dat het aan de hand van deze tekst onmogelijk is dat raadsleden in de commissie worden benoemd. Hij heeft geen behoefte aan wijziging.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 155