12 JANUARI 1966. 15 ANTWOORD. In het ketelhuis aan de Zeebruggestraat is intussen de tweede ketel in be drijf genomen. De controle is verscherpt door het ingebruiknemen van een automatische storingsmelding. De vertraging bij de inbedrijfstelling van de tweede ketel was niet te wijten aan overschrijding van de lever tijd, maar hield verband met een onderhoudskwestie in het beginseizoen. VRAAG. Mevrouw VAN MIERLO zegt, dat in de artikelen 1 en 3 van de ver ordening tot wijziging van de verordening op de heffing en invorderingvan schoolgelden aan de gemeentelijke scholen voor kleuteronderwijs gespro ken wordt over voogden en toegewezen voogden. Naar haar opinie zou er onderscheid gemaakt moeten worden tussen oudervoogden en toegewezen voogden, omdat het volgens haar niet de bedoeling kan zijn, dat de laat - sten verantwoordelijk gesteld worden voor de betaling of het vragen van vermindering van schoolgelden voor degenen over wie hij gesteld is. Het komt voor, bij gebrek aan voogden, dat de ambtenaar voor de kinderwet ten zo'n 200 kinderen onder zijn toezicht heeft. Die man zou hoofdelijk verantwoordelijk gesteld kunnen worden voor de betaling c. q. het vragen van vermindering van schoolgelden. Zij vraagt deze zaak nog eens op zijn juridische merites te laten bekijken. ANTWOORD. De voogdij van rechtswege komt altijd toe aan een der ouders. De door de rechter opgedragen voogdij komt bij een natuurlijk of bij een rechtspersoon. Ten aanzien van de in de vraag bedoelde "toegewezen voogden" wordt op gemerkt dat kennelijk worden bedoeld gezinsvoogden. Deze gezinsvoog den - beroepskrachten en vrijwilligers - treden op namens een vereniging voor gezinsvoogdij, aan wie ten gevolge van een civielrechtelijke of straf rechtelijke uitspraak van de kinderrechter het toezicht over een pupil is opgedragen. De ouderlijke macht blijft in deze gezinnen aan de ouders, zodat in feite geen sprake is van voogdij. Waar in de leden 1 en 3 van artikel 1 van de verordening tot wijziging van de verordening op de heffing en invordering van schoolgelden aan de gemeentelijke scholen voor kleuteronderwijs wordt gesproken van ouders, voogden of verzorgers, is dit te zien in samenhang met de overige bepa lingen van deze schoolgeldverordening en in het bijzonder met artikel 3, waarin in dit verband uitsluitend de oudervoogd schoolgeldplichtig is ge steld. Uit het vorenstaande volgt dat de gezinsvoogd (toegewezen voogd) niet schoolgeldplichtig is, noch hoofdelijk verantwoordelijk voor de betaling c. q. het vragen van vermindering van schoolgelden voor de hem onder toezicht gestelde pupil. VRAAG. De heer VAN GASTEL zegt, dat vaak ernstige hinder wordt ondervon-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 15