163
11 MEI 1966.
Spreker kan zich voorstellen dat dan de scheidingslijn tussen huurder en
eigenaar vervaagt.. In een normaal geval van huur zal dit niet geschie
den. Met betrekking tot deze situatie is de normale lijn niet door te
trekken.
Op de opmerking van de heer Melzer, dat de aannemersmij. te groot is,
kan spreker slechts zeggen dat bij de gemeente, zo zij van den beginne
bij betrokken was geweest, deze maatschappij niet voor dit karwei in
aanmerking was gekomen. Aan de hand van de omvang van de karweien
zijn de aannemers in categorieën ingedeeld. Dit is terug te brengen op
dat ene bordje "verboden toegang" wat dus in de haast, alle goede be
doelingen ten spijt, over het hoofd is gezien door het schoolbestuur.
In het voorafgaande meent spreker te hebben aangetoond, dat de ver
bouwing in eigen hand nemen, zoals de heer Melzer wenst, onmogelijk
is. In deze situatie zal dat voor de gemeente beslist geen enkele verbe
tering opleveren.
De gemeente had dat willen doen als het beruchte bordje "verboden
toegang" niet gepasseerd was.
Zoals de heer Kroon terecht heeft opgemerkt, zitten de raad en burge
meester en wethouders inderdaad in een dwangpositie. Spreker is er de
heer Kroon erkentelijk voor dat hij burgemeester en wethouders geen on
nodige moeilijkheden in de weg wil leggen. Hij vraagt echter dat van
af dit moment de gemeente opdrachtgever zal zijn. Spreker heeft in
de vergadering van de afdeling reeds bevestigd, dat dit zal gebeuren.
Dit zal trouwens ook niet anders kunnen geschieden, want dit is gewoon
het gevolg van het feit dat de gemeente eigenaar van het pand is en dat
dit pand verhuurd wordt aan het schoolbestuur. Op dit punt kan spreker
alle zekerheid geven dat door het gemeentebestuur opdracht zal worden
gegeven om het toezicht door de gemeente te doen uitvoeren en dat voor
zover het in de macht van de gemeente ligt, het contract volledig zal
worden nageleefd, inclusief de bouwsom.
De heer Vis, zo zegt spreker, heeft eigenlijk in gelijke geest als de heer
Kroon gesproken. De heer Vis is ook de mening toegedaan, dat op ei
gen houtje handelen van het schoolbestuur niet juist is geweest.
De heer ter Berg heeft nog de opmerking gemaakt dat bij de verlening
van de rijksvergoeding het plan nog niet in een voldoend technisch sta
dium van voorbereiding moet zijn geweest. Wellicht is dit niet hele
maal correct want de heer ter Berg weet dat er contact tussen het school
bestuur en openbare werken moet zijn geweest, want om rijksgoedkeu
ring te kunnen aanvragen moet er een plan zijn, dat via openbare wer
ken moet worden ingediend. De enige fout, waarop men steeds terugkomt
is, dat men met een aannemer is gaan praten. Dat is een fout die het
schoolbestuur heeft gemaakt, die spreker zich toch wel kan voorstellen,
alhoewel het dus niet juist is.
De heer Broeders heeft gezegd, dat de heer Melzer gesuggereerd heeft
dat op een andere wijze werken goedkoper zou zijn. Deze mededeling
van de heer Melzer kan deze van spreker gehoord hebben in de verga -
dering van de afdeling van openbare werken en hij kan begrijpen dat de
heer Melzer in de raadsvergadering doet alsof deze opmerking van hem
afkomstig is.
Het goedkoper werken zou mogelijk zijn geweest als niet het bordje "ver
boden toegang" tussen het gemeentebestuur en de mogelijkheid tot goed-