11 MEI 1966. 164 koper werken had gestaan. Aan dit feit is nu eenmaal niets te wijzigen. Bovendien zegt spreker, moet het dan nog bewezen worden dat goedkoper gewerkt had kunnen worden. De heer Broeders heeft gesproken over het feit, dat het goed ware geweest dat bij het moment waarop contacten werden gelegd, er de steun van open bare werken geweest zou zijn. Spreker is van mening dat indien dit ge beurd zou zijn, er misschien andere aannemers zouden zijn ingeschakeld, er misschien een andere methode gevolgd zou zijn. Doch dit is slechts kaarten achteraf. Over de consequenties, die er aan verbonden zijn, durft hij geen zinnig woord te zeggen. Hij durft niet te zeggen in welke omvang en tot welke orde van grootte de verbouwingssom lager zou zijn geweest indien een andere methode gevolgd zou zijn. In de vergadering van de afdeling heeft hij reeds medegedeeld dat men ondanks het late moment van inschake ling van openbare werken toch tot een verlaging van de aannemingssom is kunnen komen. Dit is naar zijn mening een positief resultaat van het inschakelen van openbare werken. Spreker is van oordeel dat hij de zaak voldoende heeft toegelicht en on der de aandacht heeft gebracht wat op dit moment de mogelijkheden van de raad zijn. De raad kan dus zeggen: "wij doen het niet". Burgemeester en wethouders hadden dit ook gekund, doch zij hebben het bewust niet ge daan om de verantwoordelijkheid bij de raad te leggen. Burgemeester en wethouders zijn van mening dat de start van de school in september a. s. van zulk een groot belang is, dat zij de verantwoording niet durven ne men om deze start te torpederen, omdat door de gemaakte fout het mis schien mogelijk is dat 10. 000, - of 15. 000, - bezuinigd had kunnen worden op de verbouwingskosten. De heer VAN CAULIL deelt mede dat er wellicht een misverstand is over het door hem gesprokene over het boetebeding. Wanneer hij gezegd heeft dat het boetebeding soepel wordt toegepast, dan heeft hij gemeend dat het juist moet worden toegepast. Het woord "force majeur" heeft hij helemaal niet in de mond gehad. Met soepel toepassen bedoelt hij wan neer er een werkdag niet benut zou worden. Tenslotte heeft spreker nog gevraagd een correctie in het besluit aan te brengen. Hierover mocht hij niets vernemen. Wethouder VERMEULEN bevestigt dat de heer van Caulil dit inderdaad gevraagd heeft en merkt op dat hij in de vergadering van de afdeling reeds gezegd heeft het met deze opmerking volledig eens te zijn. Ondertussen heeft hij het door de heer van Caulil bedoelde gewijzigde besluit voor zich liggen. Hij blijft echter op het standpunt staan dat het vorige'besluit qua formulering toch wel juist was, doch dat het wellicht duidelijker was indien het besluit zou worden gesplitst in twee punten. Dit laatste is nu inmiddels gebeurd. Dit besluit is thans zo geformuleerd dat de raad be sluit, gehoord de afdeling openbare werken, de verbouwing van het pand Haagweg 21 alhier, onderhands aan te besteden en de uitvoering van de ze verbouwing te gunnen aan de aannemingsmaatschappij "Albouw" voor de som van 174. 000, - en de centrale verwarmings- en lichtinstallatie eveneens onderhands aan te besteden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 164