165
11 MEI 1966.
De heer VAN CAULIL staat achter dit besluit en wenst het instituut voor
toerisme succes.
De heer MELZER wil er geen twijfel aan laten bestaan, dat hij grote
waardering heeft zowel voor burgemeester en wethouders als voor het be
stuur van het instituut voor toerisme. Hij kan echter het argument van zijn
mederaadslid in verband met het vertrouwen niet aanvaarden, omdat hij
meent dat een simpel telefoontje van de wethouder met de dienst had
kunnen volstaan.
Ook het argument van de wethouder, dat men zo er voor de verbouwing
andere aannemers zouden worden aangetrokken, in tijdnood zou komen
te verkeren, kan spreker niet onderschrijven. Hij meent dat er momen
teel verschillende onderhoudsaannemers erop gebracht zijn opdrachten te
aanvaarden en dat bij het volgen van de door hem gewenste procedure de
opening van de school niet in het gedrang behoeft te komen.
Vervolgens meent hij dat wethouder Vermeulen zichzelf enigszins heeft
tegengesproken en anderzijds een opmerking aan spreker's adres heeft ge
lanceerd.
Wethouder Vermeulen heeft namelijk gezegd, dat de dienst van openba
re werken zeer waarschijnlijk voor dit soort werk de genoemde aannemer
niet aangetrokken zou hebben en anderzijds heeft hij gezegd dat dit goed
koper zou kunnen zijn. Deze wetenschap zou spreker dan ontlenen aan
een mededeling, die de wethouder in de afdelingsvergadering zou hebben
gedaan-
Hij gelooft, dat de wethouder net zo goed weet als hij, dat met aannemin
gen zo wel eens iets gebeurt en dat men in bepaalde steden wel eens
vreest, dat er vreemde eenden in de bijt komen. In dit geval zou hij dit
toch wel graag willen weten. Hij heeft er ernstig bezwaar tegen, dat de
raad zich voor een dergelijk bedrag bindt en daarom stelt hij voor het
voorstel dusdanig te wijzigen, dat het een voorstel van burgemeester en
wethouders wordt tot beschikbaarstelling van een krediet voor verbouwing
van het pand Haagweg 21 ten behoeve van het Instituut voor Toerisme en
tot aanbesteding van deze verbouwing op uitnodiging.
Mevrouw VAN MIERLO heeft uit de toelichting van wethouder Vermeu
len gehoord dat openbare werken toch is ingeschakeld toen er een plan
moest worden ingediend ter verkrijging van de rijksgoedkeuring. Heeft
openbare werken toen juist gehandeld om het plan te laten indienen door
het schoolbestuur en niet door de gemeente.
i Bovendien heeft zij gelezen dat de opgave van de Albouw vrijblijvend is
gemaakt. Hierop wil spreekster gaarne attenderen.
Tenslotte stelt zij de vraag of alleen het toezicht op de verbouwing door
de gemeente zal geschieden, of neemt de gemeente werkelijk de verant
woordelijkheid van de verbouwing op zich.
De heer VAN DER WERFF zegt dat vanaf de tafel van burgemeester en
wethouders is gesteld, dat burgemeester en wethouders zich enigszins in
een dwangpositie gevoelen en derhalve het probleem aan de raad geën
dosseerd heeft. Dit laatste heeft de raad reeds maandagmiddag gemerkt,
toen dit project in de afdeling voor het onderwijs werd gebracht. Deze af
deling heeft direct verklaard, dat vanwege de technische affaire dit voor-