11 MEI 1966. 168 gemaakt en de verklaring van deze fout moet gezocht worden in het feit dat men langs verschillende wegen moest komen tot goedkeuring van al les wat met deze school te maken heeft. Spreker wijst de heer Kroon erop dat hiervoor tientallen besprekingen en reizen nodig zijn geweest. Bij dit totale complex heeft het schoolbestuur inderdaad over het hoofd gezien dat voordat met de aannemer contact werd opgenomen aan de gemeente gevraagd moest worden of zij ermede akkoord ging. De VOORZITTER onderstreept dat de hele gang van zaken van deze school, zowel onderwijskundig, technisch en financieel aan Den Haag ligt. Dit is duidelijk omdat de gemeente geen ogenblik het plan heeft gehad met deze school te starten indien niet het rijkssubsidie was gere geld. Het departement van onderwijs heeft hiervoor de medewerking no dig van het departement van financiën. Het voornemen om in 1966 te starten met de school heeft voor het schoolbestuur een situatie doen ont staan, zoals door wethouder Bastiaensen is besproken. Hierdoor en niet uit naïviteit is deze situatie ontstaan, waarvoor dan momenteel begrip gevraagd wordt. Het ia eigeülijk vreemd dat thans niet aan de orde ge komen is dat een méérbedrag wordt gevraagd, dat beredeneerd in het voorstel van burgemeester en wethouders is neergelegd. Deze kosten zijn door de rijksgebouwendienst doorgelicht en doorgezon den voor goedkeuring. Het zijn nieuwe doch reële eisen uit het oogpunt van brandveiligheid en nieuwe voorzieningen aan het dak. Wethouder Vermeulen kan spreker's woorden nog wel onderlijnen. Anderzijds wenst spreker nog onder de aandacht te brengen dat dit de eerste school in den lande is en dat het lesprogramma, de bezoldigingen van de leraren nog niet vastliggen. Dit alles moet nog op een koninklijk besluit wachten, dat in het kader van de mammoetwet genomen moet worden. Hij vindt het wel hoogst ernstig dat op dit kritieke moment, waarbij de gemeenteraad de toekomst van 60 geselecteerde jongelui in handen heeft, die klaar staan om op 1 september a. s. aan te treden, dit schoolbestuur, die tot de beste burgers van de stad kunnen worden gerekend, als nai've- lingen te kijk worden gesteld. Dit bestuur dat niet alleen de vrije tijd maar ook haar hele energie hiervoor inzet om deze unieke opleiding in 1966 te doen starten. Reeds in 1964 werd door het ministerie medegedeeld dat bezien zou worden om de kosten van deze nieuwe opleiding in de rijksbegroting op te nemen. Spreker hoopt dat de raad er begrip voor wil opbrengen dat hij echt niet kan hebben dat door het passeren van één bordje "verboden toegang" de ze personen op enigerlei wijze te kijk worden gesteld alsof zij niet de eerste waren, die het initiatief genomen hebben en tot realisering geko men zijn voor deze opleiding in Breda. Natuurlijk kan er uit allerlei hoofde reële kritiek zijn. Er kan gesproken worden over de vorm van het besluit. Er kan ingegaan worden op de ge dachte van de heer Melzer. doch zullen er andere moeilijkheden zijn, die wethouder Vermeulen beter bekend zijn dan spreker. Spreker vraagt in dit kader de gehele situatie te willen bekijken. Wethouder BASTIAENSEN wil gaarne nog een opmerking over de door berekening van de huur beantwoorden, omdat hij daarover een bespreking heeft gehad op het departement bij de indiening van de eerste plannen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 168