169 11 MEI 1966. Bij deze bespreking is overeengekomen dat er een splitsing zou worden gemaakt tussen de huur voor de school en voor het wetenschappelijk in stituut. De betrokken functionaris is met de voorgestelde wijze van bere kening akkoord gegaan. Dat betekent dat zo de verbouwing een bepaald bedrag kost en de berekening plaatsvindt overeenkomstig de destijds besproken plannen, het departement verplicht zal zijn de huur te betalen. Spreker wil niet verhelen, dat burgemeester en wethouders over de huur- berekening voor scholen vrij geregeld in de clinch, om die uitdrukking te gebruiken, liggen met het departement, omdat men aldaar erg vast houdend is en een zo laag mogelijke huur wil betalen. Het is natuurlijk voor burgemeester en wethouders een zaak van het grootste gewicht de werkelijk gemaakte kosten in de huur berekend te krijgen. Tenslotte wil spreker nog even ingaan op de insinuatie van de heer v. d. Werff, wanneer hij spreekt over de behandeling van deze zaak in de afdeling onderwijs. De heer v. d. Werff moet dan weten, dat hij in deze afdelingsvergadering heeft gezegd, dat hij met deze zaak juist daarvoor is geconfronteerd, dat de zaak nog niet in de b. en w. -vergadering is geweest, doch dat het een zaak van het grootste géwicht was, omdat hij met verkrijging van deze ruimte voor de toeristische school, klem kwam te zitten met de ruimten, die voor andere onderwijsdoeleinden nodig was, en dat het daarom van het grootste belang was dat dit nog in de raad zou worden behandeld. Spreker zou daarom in de b. en w. -vergadering, die de volgende dag zou plaatsvinden, vragen een beslissing te nemen over het aan de raad voorleggen van deze kwestie. In de vergadering van de afdeling is toen overeengekomen dat de technische zijde van het vraagstuk namelijk het verbouwen van het pand, zou worden voorgelegd aan de afdeling voor openbare werken. Wethouder VERMEULEN heeft beslist niet beweerd dat, zoals de heer v. d. Werff deed voorkomen, dat bij het volgen van een andere methode een voordeel van 10. 000, - h 15. 000, - zou worden verkregen. Hij heeft dit grote bedrag genoemd om daarvan maar eens even uit te gaan, dat voor het geval dit zou zijn gebeurd, de raad dit bedrag moet afwe gen tegen het niet-tijdig gereed zijn van de verbouwing. Spreker wilde gedachte dus uit de wereld hebben, dat hij gezegd zou hebben dat het volgen van een andere methode 10. 000, - a 15. 000, - voordeliger zou zijn geweest. Het blijkt dat de heer Melzer nog geen begrip heeft voor tijdnood en de ze spreker is teruggekomen op het feit dat het voor het schoolbestuur zo gemakkelijk zou zijn geweest om even de telefoon te nemen en burge meester en wethouders of openbare werken in te lichten. Spreker merkt op dat dit nu eenmaal niet is gebeurd en dat het geen zin heeft om hierover te blijven praten. Het feit ligt er. Ook het idee dat genoemde spreker en de heer v.d. Werff opperden om de school niét op 1 september maar op 1 oktober te openen ten einde daardoor goedkoper te kunnen werken, is volgens spreker niet uitvoerbaar. Hij kan zich voorstellen dat dit onderwijstechnisch nogal bezwaren ont moet om een maand later te beginnen dan het tijdschema aangeeft. In copibinatie met de vraag van de heer Melzer zegt spreker dus dat er een aannemer is, die is uitgenodigd en die een offerte heeft gemaakt. De of-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 169