171
11 MEI 1966.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voor
stel van burgemeester en wethouders besloten, waarbij de heer Melzer
aantekening verlangt te hebben tegengestemd.
RONDVRAAG.
De heer FRUMAU zegt dat met bijzondere gebeurtenissen en feesten
de middenstand van het centrum de straten placht te verlichten. Zij wil
den deze verlichting in stand houden en uitbreiden. De grote handicap
is de rekening van het energie- en waterbedrijf. Voor deze feestverlich
ting moet nog steeds 20 cent per kWh betaald worden, terwijl de winke
liers zelf 8 cent betalen. Uit informaties te Eindhoven blijkt, dat slechts
7 cent per kWh betaald behoeft te worden. Spreker vraagt of het niet mo
gelijk is dat er een goedkoper tarief komt voor de feestverlichting ter
stimulatie.
De heer VAN GASTEL zou het college willen vragen om te bezien
of met het oog op ongevallen welke kunnen voorkomen, het niet nood
zakelijk is het gymnastieklokaal aan de Piet Heynlaan te doen voorzien
van telefoon. Indien deze vraag bevestigend wordt beantwoord, wordt
tevens verzocht te doen nagaan of ook in andere gemeentelijke gymna
stieklokalen nog dezelfde voorziening nodig is.
De heer BA YENS deelt mede dat het verkeer op de Allerheiligenweg
erg toeneemt en vooral op het kruispunt Allerheiligenweg - Keermans-
laan - Marialaan. Van dit kruispunt moeten de laatste tijd de leerlingen
van verschillende lagere scholen gaande naar het gymnastieklokaal van
de u. 1. o. -school aan de Keermanslaan gebruik maken. Dat geldt in
het bijzonder voor kinderen die komen van de Marialaan. Zou het niet
wenselijk zijn, zo vraagt spreker, een zebrapad te maken op deze over
steekplaats, wellicht kan de voorkeur gegeven worden aan een zebrapad
aan de zijde waar het gymnastieklokaal ligt.
De heer VAN GISBERGEN zegt dat op verzoek van de commissie voor
de middenstand en grootwinkelbedrijven vertegenwoordigend de Bredase
middenstandsverenigingen, toestemming is gevraagd voor het houden
van een koopavond op 29 april 1.1. en dat aanvankelijk de indruk gewekt
werd dat dit verzoek zou worden ingewilligd. Nadat door burgemeester
en wethouders contact was opgenomen met werknemersorganisaties die
hun goedkeuring aan die koopavond niet konden geven, werd aan ge
noemde commissie verzocht haar verzoek in te trekken, daar geen toe
stemming zou worden verleend.
Het niet doorgaan van deze koopavond heeft grote teleurstelling gewekt
bij de vereniging van winkeliers maar meer nog bij het winkelpersoneel
zelf.
Daarom stelt spreker de vraag of het al of niet werken op de koopavond
door onderling overleg tussen werkgever en werknemer dient te worden
geregeld.
Bovendien vraagt hij of burgemeester en wethouders het juist achten dat
haar besluitvorming wordt bepaald aan de hand van een uitspraak van
een organisatie, waarbij slechts een minimaal percentage van de betrok-