172 11 MEI 1966. ken werknemers zijn aangesloten. Tenslotte zou hij gaarne willen weten of burgemeester en wethouders zich in de toekomst kunnen beperken tot het inwinnen van advies bij alleen die organisaties, die voor betrokken werknemers representatief zijn. De heer VIS vraagt om antwoord op zijn vraag die hij in december over de toestand van kasteel Bouvigne heeft gesteld. De heer ZIJTREGTOP deelt mede dat aan degene die het initiatief ge nomen hebben tot het bouwen van de parkeergarage onder meer toestem - ming is verleend tot het bouwen en exploiteren van een aantal benzine stations. Afgelopen jaren zija er een groot aantal stations van deze maat schappij n. 1. "Fina" verrezen en op het ogenblik ben ik finaal het over zicht kwijt. Spreker zou willen vragen hoeveel benzinestations Fina in het kader van deze overeenkomst reeds gebouwd heeft en waar zijn deze; en op de tweede plaats hoeveel gaan ze er nog bouwen en waar zullen deze moeten komen? De heer MENDES zegt dat burgemeester en wethouders in februari 1966 voor de raad ter inzage heeft gelegd een schrijven van gedeputeerde sta ten van 19 januari 1966 inhoudende diverse op- en aanmerkingen ten aan zien van de gemeentebegroting 1966. Tot dusver heeft hij het antwoord van burgemeester en wethouders nog niet gezien. Zijn vraag is: 1. hebben burgemeester en wethouders dit schrijven van gedeputeerde sta ten reeds beantwoord? 2. willen burgemeester en wethouders dit antwoord ook voor de raad ter inzage leggen. De heer KRAMER zegt dat hij op zijn vraag betreffende de bezetting van de storingsdienst van het lichtbedrijf een weinigzeggend antwoord heeft gekregen. Daarom vraagt hij burgemeester en wethouders nu het vol gende. Op de eerste plaats hoe is de personeelsbezetting van de storings dienst en op de tweede plaats hoeveel storingen treden gemiddeld op en spreker zou dit graag gespecificeerd willen zien naar 's avonds en het weekend. En ten derde hoe is de storingsdienst geregeld met betrekking tot het on derweg melden 'atfhet vervoer van de heren storingzoekers. Vervolgens deelt hij mede dat de organisatie en in het bijzonder de in structie van het schoolzwemmen in het sportfondsenbad nogal eens te wen sen overlaat. Gaarne vraagt hij hiervoor de speciale aandacht van burge meester en wethouders om hier wijziging in te brengen, want bij het hui dige systeem kost het alleen veel geld en levert het een minimum aan ge diplomeerden op. De heer MELZER merkt op dat tijdens werkzaamheden van de P. T. T. aan het van Coothplein op 20 april j. 1. om 14. 00 uur de waterleiding werd vernield, waardoor drie gezinnen en een bedrijf gedupeerd werden. Het waterleidingbedrijf werd door de P. T. T. direct verwittigd, helaas werd de volgende dag de waterleiding pas hersteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 172