187 22 JUNI 1966. Dit betekent een verlies aan plaatsruimte van 25°Io. Als men rekent, dat de runderstallen ruim 200.000, - hebben gekost, betekent dat een ruimteverlies van 50.000, -. De kosten van verbete ring zullen zeker niet minder bedragen, zodat gerekend moet worden op een schadepost van een ton. Het tekort van 20 plaatsen blijft dan nog bestaan en zal straks op een of andere wijze moeten worden opgevangen. Spreker zegt gemeend te hebben de raad hierover te moeten inlichten en hij vraagt zich af wie voor de gemaakte fouten aansprakelijk kan worden gesteld. Worden de kosten betaald uit de algemene middelen, moeten de slacht huisgebruikers hiervoor opdraaien of zijn er andere mogelijkheden om ze te verhalen? Met angst en beven vraagt spreker zich af hoe de verdere ontwikkeling van deze nieuwbouw zal verlopen. De fouten die nu gemaakt zijn had den kunnen worden voorkomen, als de ontwerper van de nieuwbouw zich vooraf behoorlijk had doen voorlichten door deskundigen op dit gebied en zich had georiënteerd hoe op andere plaatsen deze stallen zijn inge richt. Als het ontwerp van de nieuwbouw van de slachthal en de koelruimte op dezelfde wijze is voorbereid als de bouw van de stallen, houdt spre ker zijn hart vast. De tijd van voorbereiding is zeker niet tekort geweest zegt hij, terwijl het tempo van het bouwen zodanig was, dat van force majeur geen spra ke kan zijn. Men is nu reeds over de gestelde tijdslimiet heen en spre ker betwijfelt of de 2e fase van de nieuwbouw (slachthal en koelruimte) in mei 1968, zoals gepland werd, in gebruik kan worden genomen. Spreker is ervan overtuigd, dat het college doordrongen is van de nood situatie die er op het slachthuis heerst en daarom vraagt hij alles in het werk te stellen om de gestelde tijdslimiet niet te doen overschrijden. De VOORZITTER meent, dat de heer van Gisbergen wel wil aanne men dat hij op dit moment geen volledig antwoord kan geven op hetgeen door hem naar voren werd gebracht. Het was het college eerst vrijdag j. 1. duidelijk geworden dat er met betrekking tot de stallen iets niet juist zou zijn. Daarom werd reeds geïnformeerd wat de fouten precies betekenen en hoe ze hersteld kunnen worden. Morgen zal hij hierover een gesprek hebben met de architect. Spreker stelt voor ermede akkoord te gaan, dat hierop in een volgende en wellicht de volgende vergadering zal worden teruggekomen. De heer BROEDERS vraagt in verband met de belangrijkheid van de ze zaak er in de volgende vergadering op terug te komen en hieromtrent een duidelijke toezegging te doen. De VOORZITTER antwoordt, dat het ook in de bedoeling van het col lege ligt dit te doen. Als men echter iets definitief toezegt, moet men zich daaraan ook houden. Het zou kunnen zijn, dat voor het onderzoek iets meer tijd nodig is. Aangezien er morgen reeds een bespreking over deze zaak gevoerd wordt kan de raad wel merken, dat het college haast achter deze zaak zet, zegt spreker en hij gelooft wel te mogen zeggen, dat hij in staat zal zijn in de volgende vergadering deze zaak volledig uit de doeken te doen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 187