203 22 JUNI 1966. Spreker zegt, dat hij de oorzaken van de hoogte van dit bedrag nog zal onderzoeken en dat hij het resultaat daarvan aan de leden van de afde ling zal mededelen. Spreker heeft ook nog een andere opstelling van de kostenverdeling ge maakt, naar gegevens die hij van de dienst van openbare werken heeft gekregen namelijk: 60. 000, - ontstaan door gebreken, die zich manifesteerden tijdens de bouw; bij het restaureren van een oud gebouw kan men ge breken tegenkomen, die men niet had voorzien. 17.000, - heeft betrekking op risicoverrekeningen tengevolge van loon stijgingen; over zes jaar gezien is dit geen onredelijk bedrag. 10. 000, - had betrekking op het dagelijks toezicht door de langere duur van het werk. Boven deze 87. 000, - is er nog een bedrag van 13. 000, - dat ontstaan is door allerlei kleinere gebreken. Van de 90. 000, - vermoedelijk renteverlies kan alleen gesteld worden dat het een principefout is geweest in den beginne, een omissie bij de eerste begroting; geen eigenlijke kostenstijging in de ware zin. Het is eigenlijk gelukkig zegt spreker, dat deze omissie heeft plaatsgehad,om dat nu het renteverlies wordt toebedeeld aan de kostendrager, die het moet krijgen en mede omdat dit bedrag nu doorberekend wordt in de huur, die de gemeente straks van het gebouw krijgt. De heer VAN LOON zegt blij te zijn met het antwoord van de wet houder, speciaal omdat ook gedacht wordt aan een methode om tot een meer effectieve kostenbewaking te komen. Hij wil echter opmerken, dat, als op een gegeven moment gewoon glas vervangen wordt door securit- glas, de dienst dan weet welke kosten daaruit voortvloeien. Hetzelfde geldt, meent hij voor het honorarium van de adviseur van de elektrische installatie. Als men in eerste instantie opdracht geeft tot het makenvan een schetsontwerp, weet men, dat er een definitief ontwerp moet komen. Ten aanzien van de door de wethouder gegeven opstelling van de kosten merkt spreker op dat de stijging van het loon en de stijging van de kosten van het dagelijks toezicht aparte posten zijn, terwijl de wethouder ze bij elkaar gevat heeft in het door hem genoemde bedrag van 17. 000, -. Mevrouw VAN MIERLO wil graag nog een inlichting over de adviseurs, die door het rijk voorgeschreven worden. De meeste van deze adviseurs zijn aangesloten bij de vereniging van ingenieurs. Spreekster meende, dat deze mensen vaste tarieven hadden in de vorm van een vast percen tage van het totale bestedingsbedrag. Het wil haar voorkomen, dat een dergelijk bedrag niet dermate gewijzigd kan worden als thans is gebeurd. De heer VAN CASTEREN merkt nog op, dat een bepaalde overschrij ding op zo'n groot bedrag in de raad nooit moeilijkheden heeft opgele verd. Er is altijd begrip voor geweest. Er zijn echter tal van posten ge noemd, die een belangrijke wijziging hebben ondergaan. Spreker be treurt het dat op het moment toen de wijzigingen zich voordeden geen apart aanvullend verzoek aan de raad is gedaan. De heer KOERTSHUIS is de wethouder erkentelijk voor het feit, dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 203