206
22 JUNI 1966.
werd voorzien.
Een van de in de afdeling gemaakte opmerkingen was die met betrekking
tot de verhoging van de post schilderwerk, Concreet werd gevraagd waar
door deze verhoging veroorzaakt is. Uit de door hem getrokken inform a-
F" tie, zegt spreker, blijkt, dat de elektrische installatie speciaal gewijzigd
moest worden in verband met de te gebruiken machines.
Vanaf de verdeelkast leidingen leggen en vernieuwen betekent het even
eens uitvoeren van heel wat schilderwerk waar niet op gerekend was. Dit
schilderwerk heeft aan meerwerk 3. 900, - gekost. Verder was er een
loodgieter nodig voor het aanleggen van afvoerleidingen en het plaatsen-
van wastafels.
p- Het meerwerk aan reparatie van de vloeren kostte 1.650, - en nogdi-
N verse kleinere zaken tot een bedrag van f 1. 350, - moesten worden uit-
)G- gevoerd.
Aangenomen werd dat de aannemingssom 20.600, - zou bedragen.Daar-
in was het bedrag ad 3.100, - dat nu apart wordt opgevoerd wegens
kosten van openbare werken in begrepen. De aanneemsom bedroeg ech
ter 26. 350, -, zodat dit al direct een kredietoverschrijding betekende
met 5.750, -.
Spreker blijft van mening, dat willen deze meerkosten in de toekomst
vermeden worden er naast een goede kredietbewaking achteraf een goed
plan vooraf moet zijn. Dit kan betekenen, dat het werk iets later kan
worden uitgevoerd, dan gewenst is. Als het werk toch eerder uitgevoerd
moet worden moeten spreker en het college niet achteraf door de raad
geconfronteerd worden met opmerkingen over kostenoverschrijdingenals
de raming gebaseerd is moeten worden op een aantal nog niet bekende
gegevens.
De heer VAN LOON is het met de wethouder eens dat zonder een goed
plan eenvoudig niet tot een effectieve kredietbewaking kan worden ge
komen. Alleen een goed plan maakt kredietbewaking achteraf mogelijk.
De heer KOERTSHUIS vraagt zich weieens af en dat is niet bedoeld
als een verwijt aan het college of aan de wethouder of bij de ramingen
wel de nodige acuratesse betracht wordt. Juist met het oog op de geld
middelen, die schaars worden is het zaak dat eerst het krediet aanwezig
is en dat daarna pas met het werk begonnen wordt, desnoods veertien
dagen later.
De heer BARIJ zegt, dat de raad niet om overhaaste plannen vraagt
en dat het door de wethouder gemaakte verwijt dan ook niet op zijn plaats
is.
Over het algemeen zijn er trouwens heel goed voorbereide plannen.
Wethouder VERMEULEN antwoordt aan de heer Barij, dat de verbou
wing van het kantoor van de gemeente-ontvanger door andere catego
rieën vrij urgent is geworden, zonder dat het plan daardoor als zodanig
als overhaast moet worden gekwalificeerd.
Er zal uit twee mogelijkheden moeten worden gekozen, namelijk het plan
uitstellen totdat de laatste gegevens bekend zijn en er zo exact moge-
jk lijk geraamd kan worden of er wordt met de uitvoering van het plan be-