20 JULI 1966.
235
Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten.
17. AANGAAN VAN OVEREENKOMSTEN TOT VERWERVING VAN ON
ROEREND GOED.
De heer ZIJTREGTOP zegt dat bij hem met betrekking tot de kenne
lijk beperkte financiële mogelijkheden die de gemeente op dit moment
heeft, de vraag is gerezen of het nog wel raadzaam is om zulke grote
gronden, met name in de Haagse Beemden, te gaan kopen. Het zal
nog lange tijd duren voor dat de grond aangewend kan worden voor het
doel waarvoor zij is gekocht. Het komt hem voor dat het beter is op dit
moment andere en veel meer urgente'objecten - die eigenlijk afgeremd
moeten worden, omdat gelden worden aangewend voor objecten, waar
van de bestemming later wordt gerealiseerd - tot stand te brengen.
Wethouder VERMEULEN zegt dat wanneer de raad op een gegeven
moment goedkeuring verleent op een aangevraagd kapitaalkrediet, het
daarmede nog niet gezegd is dat dit krediet dan ook geëffectueerd kan
worden. Er moet namelijk een keuze worden gemaakt met het oog op de
moeilijke financiering. Op het ogenblik hebben gedeputeerde staten een
aantal kredieten goedgekeurd tot een bedrag van ongeveer 70 miljoen
gulden. Men kan zich voorstellen dat deze kredieten niet allemaal in
hetzelfde jaar kunnen worden aangewend.
Daarnaast zegt de heer Zijtregtop zich te kunnen voorstellen dat er nu
meer urgente zaken zijn dan grondverwerving. Hier maakt spreker in zijn
algemeenheid bezwaar tegen, omdat juist een van de hoogst gekwalifi
ceerde objecten in het kader van de centrale financiering is het veilig
stellen van de woningbouw. Voor wat betreft de mogelijkheid tot het ver
krijgen van financieringsmiddelen geldt hier een hoge prioriteit. Het
veiligstellen van de woningbouw betekent dat men al geruime tijd voor
uit de eigendommen moet hebben verworven en intussen ook de grond
bouwrijp moet hebben gemaakt, zodat men kan gaan bouwen.
Als de woningbouw zich zal blijven ontwikkelen, zoals dit vorig jaar
en dit jaar plaatsvond, dan is men er vrijwel aan toe dat althans het ge
bied van de Haagse Beemden gereed wordt gemaakt om daar woningen
te kunnen gaan bouwen. Voorbereidingen moeten dus worden getroffen
dat de woningbouw in de toekomst niet stagneert.
De heer ZIJTREGTOP concludeert uit het antwoord van wethouder
Vermeulen dat thans de nadruk wordt gelegd op grondverwerving en niet
op aankopen ten behoeve van sanering.
Wethouder VERMEULEN zegt dat dit in zijn algemeenheid waar is,
onder deze restrictie dat geprobeerd wordt in het saneringsgebied synch-
room te lopen met de rijksbijdrage van 80%, waarbij dus geen eigen
financieringsmiddelen zijn betrokken.
Bekeken wordt of het een haalbare zaak is het grondbedrijf te neutralise
ren, wat wil zeggen dat met de financieringsmiddelen uit de grondver-
kopen door het grondbedrijf ontvangen, weer aankopen worden gefinan
cierd.
Of dit haalbaar is, is op het ogenblik niet te stellen, het is echter wel
de bedoeling. Het grondbedrijf zal zodoende op zich geen last hebben
van een gebrek aan financieringsmiddelen.