236 20 juli 1966. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 18. VERVALLEN. 19. VERHUUR GROND AAN DE GRIEGLAAN. Mevrouw VAN MIERLO zegt dat het misschien vreemd zal zijn dat een jaar na opening van de nieuwe school men tekort heeft aan ruimte en men tenten moet huren om meer leerlingen te plaatsen. Het is zo dat men de toename niet heeft kunnen voorzien al is het daarbij ook wel zo dat er tijdens de bouw al geprobeerd is om op de school een 5e ver dieping bij te plaatsen. Hiervoor is - zij het niet zo gemakkelijk rijks- goedkeuring verkregen. Voor een 6e verdieping was eventueel ook nog wel toestemming ontvangen, doch de fundamenten lieten een hogere bouw niet toe. Zij verzekert de raad dat er alles aan is gedaan een nieuw plan te verwezenlijken om een nieuwe sociale academie te krij gen. De heer ZIJTREGTOP zegt dat mevrouw van Mierlo al meteen een antwoord heeft gegeven op een vraag die hij wilde stellen. Hij vraagt zich namelijk af hoe het mogelijk is dat men een nieuwe school bouwt, terwijl als die klaar is zij kennelijk al te klein blijkt te zijn en voor haar doel niet is te gebruiken, ook niet met incidentele aanbouw. In totaliteit moet men gaan uitzien naar nieuwbouw elders in de stad. In feite betekent dit een stuk kapitaalvernietiging. Misschien nog geen to tale kapitaalvernietiging, maar in elk geval is het gebouw dat daar is neergezet niet meer bruikbaar en waarom is dit niet meer bruikbaar Omdat er plannen zijn van stedebouwkundige aard die kennelijk niet toelaten dat daar bijgebouwd wordt Merkwaardig vindt spreker het echter dat het wel mogelijk is om gedurende vrij lange tijd daar gebou wen neer te gaan zetten. Hij neemt aan dat dit noodgebouwen zijn, dat zijn meestal lelijke gebouwen, veel lelijker dan permanente. Stede- bouwkundig is het wel mogelijk dat die noodgebouwen er 5 of 10 jaar staan. Hier heeft spreker geen gevoel voor. Wethouder BASTIAENSEN zegt dat de uitgroei en de belangstelling voor deze school zodanig groot zijn gebleken dat het gebouw inderdaad niet groot genoeg meer is. Dat wil daarom echter niet zeggen dat wan neer men om deze reden straks naar een nieuw gebouw uitziet en een nieuw gebouw neerzet dat dan kapitaalvernietiging ten aanzien van het nu bestaande gebouw plaatsvindt. Gelet op de grote nood die er is en de grote behoefte aan schoollokalen voor allerlei type onderwijs is spreker echt niet bevreesd dat dit gebouw daar voor niets zou zijn gezet. Wethouder VERMEULEN zegt dat er van het bestuur van de school aanvankelijk een verzoek is ontvangen om ter plaatse op ongeveer de zelfde schaal als aanwezig is, te mogen uitbreiden. Voor te stellen is dat een verdubbeling van volume in het uitbreidingsplan waarmee deze soort bebouwing eigenlijk al strijdig was niet kan worden gerealiseerd. Verdubbeling van het volume zou alleen maar kunnen plaatsvinden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 236