20 JULI 1966. 239 aanlevering en 20% bij oplevering. Maar dat men 100% betaalt voor men gaat bestellen is inderdaad een witte raaf en hiermede is spreker het met de heer Barij eens. Mevrouw VAN MIERLO vraagt nu de gemeente de installaties toch moet financieren voor wiens rekening dan de rente komt. Zij veron derstelt voor de gemeente. Wethouder VERMEULEN beaamt dit. De heer BARIJ zegt te weten dat hiermede wel genoegen moet worden genomen. Hij meent echter dat het verhaal van de heer Qua- dekker ook niet opgaat. Dit zou alleen opgaan wanneer de Spoorwegen iets moeten betalen, maar hij neemt aan dat de Spoorwegen dit ma teriaal ook bestellen, dus ook geen voorschot geven en dus komt het geld in de kas van de Spoorwegen. Wanneer men met een overheids instantie heeft te maken, moet de garantie voor betaling toch vol doende zijn. Voor storting van die 100. 000, - in de kas van de Spoor wegen voelt spreker niets. Wethouder VERMEULEN zegt dat er geen alternatief is, de Spoor wegen beginnen er niet aan. Spreker meent overigens dat de Spoor wegen dit niet alleen ten opzichte van Breda doen. En het is ook niet de eerste keer dat een soortgelijk voorstel is aangeboden; ook bij het viaduct Kapittelweg speelde deze materie. De heer VAN LOON merkt nog op dat de gemeente precies eender handelt, als ergens water wordt aangesloten moet er eerst worden be taald. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 33. RECONSTRUCTIE KRUISPUNT WILLEM VAN ORANJELAAN-BA RONIELAAN. 34. VOORZIENINGEN IN HET GEBOUW VAN DE DIENST VAN OPEN BARE WERKEN. Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten. 35. ANTWOORD OP DE INTERPELLATIE INZAKE BOUW STALLEN OPENBAAR SLACHTHUIS. De heer VAN GISBERGEN zegt dat wanneer men het antwoord leest, dat burgemeester en wethouders gegeven hebben op de 20 juni j. 1. ge houden interpellatie, dan kan men daaruit opmaken, dat in de ogen van burgemeester en wethouders, er niets aan de hand is en dat de hele interpellatie kan worden teruggebracht tot een storm in een glas water. Met enige welwillendheid kan men er zelfs uit opmaken dat de inde ling van de stallen wel piekfijn in orde is. Het college weet wat spreker

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 239