242 20 JULI 1966. De VOORZITTER wil beginnen te zeggen dat indertijd de tekeningen voor het nieuwe slachthuis en ook voor de stallen in de afdeling voor het slachthuis zijn behandeld. Iedereen heeft daarvan kennis kunnen nemen en men is met de afmetingen zoals die voorkwamen akkoord gegaan. Wat de afmetingen betreft zijn hoegenaamd geen wijzigingen gekomen en er zou geen verandering in zijn gekomen ware het niet dat om begrijpelijke volledig geaccepteerde praktische redenen tussen de staldelen in, een muurtje is geplaatst, namelijk om te voorkomen dat voor elkaar vreemd vee na aanvoer onmiddellijk zou gaan vechten. Dit muurtje heeft tot ge volg gehad dat de maat van de stal van muur tot muur met 1 dm is ver kort en zo van 7 meter is teruggebracht tot 6. 90 meter. Ingaande op hetgeen de heer van Gisbergen met betrekking tot het plan Rasenack heeft gezegd wil spreker opmerken dat daar een beschrijving wordt gegeven van een slachthuishal die tegelijkertijd dient voor verhan delen van het vee en waarbij dus de maten heel anders zijn afgesteld. In de vorm zoals in Duitsland algemeen gebruikelijk is kan men nu niet alleen langs de achterkant, doch ook langs de voorkant van het vee lo pen. En nu is het toevallig zo dat de heer van Gisbergen een tekeningheeft neergelegd, waarop hij de vergissing heeft begaan.dat de stallen niette vergelijken zijn met de stallen zoals die hier zijn. Was dit wel dan kon hij nooit aan de 8.10 m komen, dat zou uitgesloten zijn. Spreker zegt dit hedenmiddag nog te hebben geverifieerd en wijst er nogmaals uitdrukke lijk op dat dit geen veestal is voor het slachthuis zoals nier wordt gebruikt, maar voor Duits gebruik, waarbij men dus gangen v66r en achter heeft. Men had dit ook hier kunnen doen, maar het is begrijpelijk dat de kosten voor de stallen belangrijk zouden zijn verhoogd omdat er belangrijk meer ruimte voor zou moeten worden genomen. Ruimte die in dit geval ten kos te zou zijn gegaan van andere lokaliteiten, omdat de lengte van het stal- gebouw een gegeven is waar niet van kan worden afgeweken. Nu moet men echter niet verdnderstellen dat in verband daarmede beperkingen zijn op gelegd, dat is zeker niet waar. Men neeft bewust de afmetingen genomen zoals die nu zijn. Het is te be grijpen dat het voor het college van belang was te weten of moi elders andere maten had. Op grond daarvan zijn op verschillende plaatsen in formaties ingewonnen en daarbij bleek dat er een paar stallen waren die iets breder zijn. Uit een gemeente met zo'n bredere stal is medegedeeld, dat de stal eigenlijk iets te breed was en dat men daar spijt van had. De door Breda gestelde maten achtte men daar volkomen juist en wel dege lijk verantwoord. Spreker meende echter nog niet voldoende gegevens te hebben en heeft zich daarom ter plaatse in het slachthuis van Roosendaal georiënteerd. Het was nuttig om dit nieuwe slachthuis te bekijken en de maten op te nemen. De afmeting der stal was van muur tot muur 7.70 m, waarbij men rekening moet houden dat de drinkgoten, de "zullen" aan weers kanten een i meter beslaan en dat de koeien aan die drinkgoten vast staan. De "zullen" bevinden zich een meter van de grond, hetgeen tot gevolg heeft dat er 2 x i meter van de breedte van de stal afgaat. En wanneer men dan ziet dat wanneer het vee aan weerskanten is opge steld en niettegenstaande de ruimte kleiner is dan in Breda er nóg vol doende tussenruimte blijft, kan men niet zeggen dat hier die maten hele maal miniem zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 242