243 20 JULI 1966. De heer van Gisbergen heeft ook gesproken over de hoogte van de drink- goten die daar meter van de grond zijn en hier zeer laag op de grond hetgeen volgens de heer van Gisbergen het nadeel had dat de goten hier bevuild zouden worden. Dit is in theorie eigenlijk juist en wanneer mem het zo stelt is dit te accepeteren. Maar op eenvoudige wijze is het moge lijk te maken door om de twee beesten een stang te plaatsen, waardoor het vee in zijn bewegingen beperkt worden. Hierdoor wordt tevens voor komen dat de goot middels het opzij staan van het vee bevuild wordt. Op dit idee zou patent kunnen worden aangevraagd. Spreker zegt echter dit niet te zullen doen. Daarnaast is er, zegt spreker, ook nog de mogelijk heid - ook een idee van hemzelf - op een of andere wijze een verplaats baar schot aan te brengen. Overigens is het niet zo dat wanneer de drinkgoten op 50 cm hoogte zijn aangebracht deze niet bevuild worden. In Roosendaal zei de betreffende keurmeester dat dit jaar wel voorkwam, omdat zij nog geen gebruik had den gemaakt van sprekers idee. Men wist het toen nog niet maar was ze ker van plan het toe te gaan passen. Het is begrijpelijk dat in een loop stal de koeien in iedere houding en stand kunnen gaan staan. Ook in een gewone stal waar ze vaststaan met een gewoon stuk touw komt dit voor. Spreker zegt dit in verband met een bespreking die er in de afdeling is ge weest, waarin is gezegd dat de kettingen die oorspronkelijk waren aange bracht eraf zijn.genomen omdat er gemakkelijk knopen in kwamen, welke in kettingen moeilijk zijn te ontwarren. Dit is echter een bijkomstigheid van minder belang. Nu moeten in Roosendaal de drinkgoten door de stalknecht doorlopend worden nagekeken, het reinigen is er omslachtiger omdat de goten over een langer gedeelte lopen. In Breda zijn die goten niet in de lengterich ting, doch in de breedterichting gelegd en' zijn daarom gemakkelijker te reinigen. Terugkomend op de door Dr. Rasenack aangegeven maten kan spreker zeg gen dat die maten in Breda zijn aangehouden, in die zin dat nog iets rui mer is uitgekomen. De middengang in Roosendaal, welke naar de mening van spreker ruim voldoende is, levert daar ook helemaal geen klachten op. Deze gang is daar 2 meter breed, hier 2.44 meter, dus bijna een halve meter meer In Roosendaal is de gebruikstand 6.70, hier 6.90 meter. Normaal is dat 's winters in de stallen het vee 2 x daags wordt gedrenkt. Bij slachtvee stelt men het echter op prijs dat dit doorlopend gelegenheid krijgt om te drinken, omdat dit van invloed is op de vleeskwaliteit. In zoverre kan men de slachthuisstal dus niet gelijkstellen met een gewone stal. Er moet dus de gehele dag gelegenheid tot drinken zijn. Spreker wenst nog te herhalen dat het bestek van de bouw is uitgevoerd met een afwijking in de stallen, die van onbetekenende aard is. Hierin blijft hij dus met de heer van Gisbergen van mening verschillen. Wan neer men de door de heer van Gisbergen overgelegde tekening bekijkt zou men in argeloosheid kunnen denken dat er een belangrijk verschil is ont staan. Maar hier zijn de drinkgoten juist laag aangebracht, waardoor de mogelijkheid voor het vee er is om kop en hals boven de drinkgoot te hebben, deze ruimte kan en moet natuurlijk meegeteld worden, omdat deze ruimte volledig het stallen van vee dient. Al met al kan worden gezegd dat er sprake is van een geringe wijziging.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 243