245 20 JULI 1966. or, Met de voorlichting in het antwoord van het college kan men zijns in ziens alle kanten uit. Tenslotte staat in het antwoord: "Een eventueel afwijkend advies van de i- afdeling voor het openbaar slachthuis zal U nog worden medegedeeld". >e- Nu neemt hij aan dat die afdeling hierover zeer uitvoerig gesproken iet heeft, dit is wel aan te nemen want de heer van Gisbergen heeft daar acht zelf zitting in. Er is nog een ander lid van die afdeling hier aanwezig, c doch daar is nog niets van gehoord. o- Wel heeft spreker begrepen dat de heer van Gisbergen het in ieder geval k met het antwoord niet eens is. Graag zou hij daarom horen hoe de andere ;ke leden van de afdeling over het antwoord van het college denken. Lst ken De heer QUADEKKER zegt in het antwoord van de wethouders niets te or- hebben gehoord over de staarten, hij heeft nog geen patent op de staar- ten-opbinderij, maar komt nog even terug op het antwoord. De wethou der zegt dat in een stal tweemaal wordt gedrenkt, maar in een moderne lt stal worden de staarten op de handrem gezet, ofwel opgebonden en boven dien is daar een automatische drinkbak voor een koe zodat zij op ieder it gewenst moment daarvan gebruik kan maken. Deze bakken worden ge- □rdt maakt door een bekende haardenfabriek in Breda. n Door met zijn neus op het pendeltje te duwen kan het beest de gehele let dag door drinken. In een moderne stal staat dus het water niet de hele [e dag voor zijn neus. Maar de koeien moeten voordat ze gaan slapen de ir kans hebben te kunnen drinken, dit in verband met het PH-getal ofwel jpt zuurtegraad, gewenst voor de kwaliteit van het vlees, iet Spreker blijft bij zijn voorstel dat het het goedkoopst is geen palen of ng schotten te plaatsen, maar de staarten op te binden, waardoor ze toch r kunnen gaan liggen en waardoor ze niet opzij gaan staan. [e Hij voelt wel iets voor een commissie, in die zin, dat die over een paar maanden op een en ander terugkomt. Dan kan de raad in het slachthuis gaan kijken hoe het voldoet en is er een reden er naar toe te gaan. De heer VIS wil zich niet in technische details verdiepen, maar hij gelooft dat het hier een belangrijke vraag is of het bouwteam de vrij heid had om deze wijziging in het vloeroppervlak aan te brengen. Daar bij is het nodig te weten wie er zoal in het bouwteam zitting hadden Hij heeft nog niet begrepen of de wethouder er deel van uitmaakte. Spre- ker's indruk is dat het hier een vrij aanzienlijke verandering van het an vloeroppervlak betrof en hij oordeelt het verstandiger zulk een wijziging t- eerst in de afdeling te brengen, ook al ligt deze misschien op de grens van de vrijheid of niet vrijheid van het bouwteam, aar Zoals spreker het bekijkt is de situatie voor de beesten verbeterd, maar sede daartussen is minder ruimte overgebleven. Nu kan hij niet beoordelen of ft, de ruimte zoals oorspronkelijk gepland echt noodzakelijk is, want er zijn m- ook nog economische motieven in het spel, die wel degelijk goed inhet oog moeten worden gehouden. Uit het antwoord van de wethouder is zijn aar eerste indruk dat de ruimte wel voldoende is, want de gegevens uit het lijk boek van Dr. Rasenack zijn meer bestemd voor de markthandel, zoals die hier gekend wordt in 's-Hertogenbosch en Leeuwarden, in Concluderend vindt spreker het jammer, dat al is dit een detail van de bouw, dit niet in de afdeling is behandeld. De ervaring zal echter leren

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 245