10 AUGUSTUS 1966. Tegenwoordig: MEVR. TH. M. M. DE BONTE-DE MUNNIK, MEVR. S.C.M. KRENS-WAGTMANS en de heren: MR. G.W.A. BARIJ, MR. K. A.M. BASTIAENSEN, H. BIEMANS, W.C.A.M. VAN BOXTEL, H. BROEDERS, J. M. VAN BIJNEN, P.J. VAN CAULIL, TH.W. FRUMAU, J. W.A. VAN GASTEL, MR. R.A.H.M. GIELENN.W.C. VAN GISBERGEN, L.J.F. KOERTSHUIS, A, KROON, A.W. VAN LOON, J.M. LOUS, F.J. MELZER, A. MENDES, J.A. MEIJS, P.F.C. NIEUWLAAT, A.H.W.M. DE RAAFF, D. J. RENOOIJ, A. SPANJER, J.F.V. VERMEULEN, J. VER SCHUREN, DRS. Y.P.W, VAN DER WERFF, F.C.M. WIERCKX. Afwezig: MEVR. M. W. B. A. VAN MIERLO-MUTSAERS en de heren: J.E.F. BA YENS, T.M. TER BERG, C.A. VAN DUIJL, A.B. KRAMER, J. MARYNISSEN, J. H. M, QUADEKKER, DRS. P. VIS, W. VAN DER ZWAN, DRS. N.H. ZIJTREGTOP. Voorzitter: de heer J.A. Meijs; SecretarisDr. J. P.A. van den Dam. De VOORZITTER opent de vergadering en spreekt het gebed uit, waar van de tekst is opgenomen in artikel 10, van het reglement van orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad. Bericht van verhindering is binnengekomen van: Mevrouw M.W. B. A. van Mierlo-Mutsaers en de heren: T.M. ter Berg, A.B. Kramer, J.H.M. Quadekker, Drs. P. Vis, W. van der Zwan en Drs. N.H. Zijtregtop. De VOORZITTER doet het genoegen dat de heer Verschuren geen be richt van verhindering heeft gezonden en heet hem welkom in de raads vergadering, waarin de raad de heer Verschuren zeer geruime tijd heeft moeten missen. Dat zijn plaats steeds maar leeg bleef vond, zo zegt spre ker, de gehele raad niet prettig. Hij wenst de heer Verschliren geluk met zijn herstel zodat hij tenminste weer in de raad, waarin de heer Verschu ren zoveel jaren zitting heeft, kan verschijnen. Vervolgens brengt spreker het enig punt van de agenda in behandeling,na melijk de nota van burgemeester en wethouders betreffende de financie ringsmoeilijkheden. In juni van dit jaar, zo zegt spreker, heeft de raad een memorandum van burgemeester en wethouders ontvangen met betrekking tot de financierings- moeilijkheden, die er voor de gemeente in het algemeen zijn en door burgemeester en wethouders is een dezer dagen een nota verzonden om de financieringsmoeilijkheden nader te preciseren. Indien door spreker is gezegd "de gemeenten in het algemeen" dan is dat niet prcies juist, omdat de drie grote gemeenten in den lande een voor recht hebben op de andere gemeenten. Zij hebben voor 1966 een verhoog de toewijzing van financieringsmiddelen gekregen voor hun financiële be hoeften, zodat zij niet zo in moeilijkheden zitten als de andere gemeen ten. De andere gemeenten, voor zover deze meer dan 10. 000 inwoners tellen, kregen van de centrale financiering van december 1965 tot april 1966 slechts 1/3 gedeelte van het bedrag toegewezen, wat zij in de tijd van het leningsplafond zouden hebben mogen lenen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 255