262
10 AUGUSTUS 1966.
Op de vraag van de heer Kroon deelt spreker mede dat de ombouw op
aardgas het volgend jaar op deze tijd gereed moet zijn. Dan moeten
ook de financieringsmiddelen daartoe verkregen zijn. Spreker is van
mening dat daarop gerekend kan worden.
De heer Spanjer, zo zegt hij, heeft gevraagd hoeveel jaren met de be
schikbare grond voor de woningbouw kan worden toegekomen. Globaal
kan hij zeggen dat momenteel helemaal nog niets gedaan kan worden
omdat de gemeente nog niet over afgeronde gebieden beschikt. In het
uitbreidsplan Heusdenhout is reeds met de rioleringswerkzaamheden be
gonnen omdat dit door de gronden reeds in bezit mogelijk was. Zal men
echter gaan bouwen dan moet men over het gehele uitbreidingsplan kun
nen beschikken. Eventueel zou een enkel klein terreintje later kunnen
worden aangekocht.
Om de werken van de nutsbedrijven een gelijke prioriteit te geven als
de grondaankopen, de wegenaanleg en de riolering is vanzelfsprekend.
Spreker gelooft dat daar wel op gerekend kan worden bij het beschik
baarstellen van financieringsmiddelen. In Den Bosch was er begrip voor
dat in een bepaalde wijk de woningen van alle service voorzien moe
ten zijn.
De detaillering van het urgentieprogramma levert voor burgemeester en
wethouders moeilijkheden op omdat er in het programma zoveel gede
tailleerde posten staan vermeld. Het wordt zeer moeilijk om daarvan
een gedetailleerde opgave te doen.
Spreker meent dat dit in een tijd van werkverschaffing zeer goed kan
zijn maar meent dat er in deze tijd van moet worden afgezien.
De heer BROEDERS merkt op dat hij als optimist is aangemerkt. Dit
zou hij toch wel willen rehabiliteren. Er wordt thans gesproken over een
memorandum van burgemeester en wethouders en over een nota van bur
gemeester en wethouders betreffende de financieringsmoeilijkheden.
Spreker heeft niet alleen zitting in de raad maar ook in andere instan
ties en weet dus waar het over gaat. Het enige wat hij heeft willen zeg
gen is dat op pagina 2 van de nota van burgemeester en wethouders ge
sproken wordt over het ontstaan van noodsituaties op korte termijn,om
dat woningen gereed zullen komen zonder dat voor de bijkomende wer
ken kredieten beschikbaar zullen zijn. Dat dit echter nu door toezeg
ging van hogere instanties voorkomen kan worden en dat het gereedko
men voor bewoning van nieuwe wijken voortgang kan vinden kan spre
ker nog niet optimistisch noemen.
In de kwestie van het eigen gemeentelijk beleid kan spreker de heer
Kroon niet geheel volgen.
Hij zou dit gaarne als volgt willen formuleren. Indien in een huishou
ding kan worden gezegd dat er volop centen zijn dan kan men doen en
laten wat men wil. Bij spreker thuis is dit nooit zo geweest. Er is altijd
een eigen gezinsbeleid gevoerd moeten worden en er is altijd heel erg
uitgekeken moeten worden wat wel en wat niet gedaan is moeten wor
den. In de omstandigheden waarin Breda thans verkeert is een eigen
gemeentelijk beleid een zeer urgente zaak waar de raad zich geheel
voor moet inzetten. Het zich bij de situatie neerleggen heeft geen doel.
Spreker vindt het een belangrijke zaak dat de raad zich erover uitspreekt
welke kredieten wel en welke kredieten niet zullen worden uitgevoerd