264
10 AUGUSTUS 1966.
Spreker voelt dan meer voor de stelling van het huishoudboekje van de
heer Broeders. Dit is juist wat hij altijd bij de begrotingsbehandelingen
heeft betoogd en waar hij altijd heeft gezegd dat, zo dit nodig was, op
diverse uitgaven moet worden bezuinigd. Ook bij de volgende begrotings
behandeling zal dit naar zijn mening moeten geschieden. Hij is bevreesd
dat het mooie investeringsplan ondersteboven gegooid zal moeten wor
den.
De heer MELZER heeft uit de discussie tussen de heren Broeders en
Kroon begrepen dat hij het optimisme van Rome anders moet interpre
teren dan het optimisme van Caloijn.
De voorzitter heeft gezegd dat hij wel begrip heeft voor de huidige situ
atie. Dat heeft spreker ook wel maar hij zou zo graag gezien hebben dat
de overheid voor bepaalde gebieden waar het met de economie niet zo
best gaat, bepaalde uitzonderingen had gemaakt. Wanneer het even mis
loopt dan is het bijzonder belangrijk dat van de zijde van de overheid
aan de provincies en aan de gemeenten economische injecties kunnen
worden gegeven. Spreker is echter bang dat op het moment dat deze in
jecties nodig zijn, de entstof niet aanwezig is.
Het detailleren van de kredieten noemt spreker een moeilijke zaak. De
voorzitter houdt niet van werkverschaffing. Spreker ook niet en hij wil
de niet zo uitgebreid detailleren doch wenst evenals de heer Broeders de
grote lijn te volgen opdat gezien kan worden welke weg opgegaan wordt.
In het bijzonder denkt hij hierbij aan de uitgaven voor investeringen in
de onderwijssector.
De VOORZITTER is evenals de heer Broeders van mening dat het ge
meentelijk beleid nader gepreciseerd dient te worden. Hij heeft dan ook
reeds in le instantie gezegd dat de voorhanden zijnde kredieten door bur
gemeester en wethouders nader moeten worden bekeken. Bovendien zal
er nog nadere overweging nodig zijn over werken die uitgevoerd zullen
kunnen worden, over werken die reeds in uitvoering zijn en over werken
die uitgesteld zullen moeten worden, omdat de financiering geen vlot
verloop zal hebben.
De heer Broeders heeft gevraagd om dit in een afdelingsvergadering van
de raad te bespreken. Spreker kan mededelen dat burgemeester en wet
houders bereid zijn de wijzigingen in het investeringsplan aan de afde
ling voor de financiën voor te leggen.
Op de vraag van de heer Kroon om te trachten iets meer uit de grote pot
te krijgen kan hij antwoorden dat hij reeds over de uitzonderingspositie
van de drie grote gemeenten heeft gesproken. Natuurlijk zou getracht
kunnen worden voor Breda een uitzonderingspositie te verkrijgen. Hij ge
looft echter dat Breda over dezelfde kam zal worden geschoren als de
andere gemeenten.
Met betrekking tot de huidige positie waarin de gemeente Breda zich be
vindt kan hij nog mededelen dat Breda 10. 000. 000, - boven de toege
stane kasgeldnorm uitgaat. Bij de verkrijging van financieringsmiddelen
moeten deze deels worden aangewend ter vermindering van de kasgeld
schuld. Wanneer de heer Kroon de drie grote gemeenten wil uitschake
len kan spreker mededelen dat de gemeente Breda krijgt waarop zij recht
heeft. Het komt er echter op neer dat alleen naar de zin van Breda te
weinig verkregen wordt.