17 AUGUSTUS 1966.
272
van 19 januari 1966 inhoudende diverse op- en aanmerkingen ten aanzien
van de gemeentebegroting 1966.
Tot dusver heeft hij het antwoord van burgemeester en wethouders nog
niet gezien.
Zijn vraag is: le. Hebben burgemeester en wethouders dit schrijven van
gedeputeerde staten reeds beantwoord 2e. Willen burgemeester en wet
houders dit antwoord ook voor de raad ter inzage leggen
ANTWOORD.
Het concipiëren van het antwoord van ons college, naar aanleiding van
de bemerkingen van gedeputeerde staten bij de goedkeuring van de ge
meentebegroting 1966, is door verschillende oorzaken ernstig vertraagd.
Een van de oorzaken was gelegen in de ingrijpende wijziging van de be
grotingspositie 1966 als gevolg van de circulaires van de minister van bin
nenlandse zaken van 8 februari en 24 maart 1966, waarbij nadere aanwij
zingen zijn gegeven voor de raming van de uitkeringen uit het gemeente
fonds.
Het antwoord van ons college is op 12 juli 1966 naar gedeputeerde staten
uitgegaan. Een afschrift van deze brief wordt voor de augustusvergadering
ter inzage gelegd.
VRAAG.
De heer KRAMER deelt mede dat de organisatie en in het bijzonder de
instructie van het schoolzwemmen in het Sportfondsenbad nogal eens te
wensen overlaat.
Gaarne vraagt hij hiervoor de speciale aandacht van burgemeester en wet
houders om hier wijziging in te brengen, want bij het huidige systeem kost
het alleen veel geld en levert het een minimum aan gediplomeerden op.
ANTWOORD.
Ons college heeft het standpunt ingenomen, dat alle leerlingen van de
5e klassen van de scholen voor g. 1. o.alsmede alle leerlingen van de
b. 1. o. -scholen in Breda, gedurende één lesuur'van 30 minuten per week
de gelegenheid moeten krijgen tot schoolzwemmen.
Het grote aantal leerlingen en het feit, dat alleen het sportfondsenbad
voor schoolzwemmen beschikbaar is, is er grotendeels de oorzaak van dat
het schoolzwemmen een en ander te wensen overlaat.
De resultaten worden ongunstig beihvloed door de grootte der groepen -
variërend van 80 tot 120 leerlingen - waaraan gelijktijdig zweminstructie
moet worden gegeven, waardoor met name het aantal afzwemmers lager
is dan bij lesgeven aan kleinere groepen verwacht mag worden.
Een verbetering in deze gang van zaken is alleen dan te verwachten, in
dien beschikt kan worden over meerdere zwemaccommodaties.
VRAAG.
De heer VIS zegt dat tijdens de behandeling van de begroting voor het
dienstjaar 1966 vrij uitvoerig aandacht besteed is aan de luchtverontreini-