17 AUGUSTUS 1966.
282
8. DIVERSE VERZOEKEN INGEVOLGE ARTIKEL 72 DER LAGER-ONDER-
W IJS WET 1920.
9. BEPALING PLAATS VOOR NIEUWE SCHOOL VOOR OPENBAAR LAGER
ONDERWUS IN BREDA-NOORD.
Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten.
10. TIJDELIJKE HUISVESTING DIVERSE SCHOLEN, SCHOOLJAAR 1966/
1967.
De heer QUADEKKER deelt mede, dat op pagina 1 van de nota van
burgemeester en wethouders voor hem een onduidelijkheid staat. Er is bij
de r. k. g. 1. o. -school Wisselaar vermeld dat de oplossing per 1 oktober
is te vinden in 2 x 3 te plaatsen barakken. Spreker vraagt of er 6 barakken
geplaatst worden of 2 barakken van ieder 3 lokalen.
Wethouder BASTIAENSEN zegt dat er 2 barakken van 3 lokalen zullen
worden geplaatst.
De nota wordt voor kennisgeving aangenomen.
11. DIVERSE VERZOEKEN OM MEDEWERKING INGEVOLGE ARTIKEL 50
DER KLEUTERONDERWUSWET.
12. SUBSIDIE VERENIGING LAGER NIJVERHEIDSONDERWIJS IN DE BIS
DOMMEN BREDA EN 's-HERTOGENBOSCH.
Overeenkomstig deze preadviezen wordt besloten.
13. SUBSIDIE PEDAGOGISCH CENTRUM 1966/1967.
De heer KROON deelt mede, dat het subsidie aan het pedagogisch
centrum weer groter wordt. Dit is begrijpelijk omdat er meerdere scholen
deelnemen of gaan deelnemen aan deze culturele uitvoeringen. Spreker
heeft dit even nagezien. Momenteel zijn dit een 15-tal scholen, waar
onder enige scholen, die tot een andere categorie dan lagere scholen be
horen, zoals bijvoorbeeld de 1.1. s.Verhoging van het subsidiebedrag is
derhalve wel begrijpelijk en daartegen heeft spreker geen bezwaar.
De christelijke scholen echter nemen geen deel aan de culturele uitvoe
ringen, die door het pedagogisch centrum worden georganiseerd, maar
geven die culturele voorstellingen wel. Van de zijde van burgemeester
en wethouders is bij de subsidiëring van Proloog destijds gezegd, dat zo
er voor dergelijke culturele uitvoeringen subsidie wordt aangevraagd, dit
door burgemeester en wethouders in gunstige overweging zal worden ge
nomen. Het is spreker bekend dat deze scholen echter nul op het request
hebben gekregen. Hij kan dit niet juist noemen. Men kan bezwaren van
pedagogische of andere aard hebben zich bij het pedagogisch centrum aan
te sluiten. Indien men dan bij het geven van culturele voorstellingen
geen subsidie krijgt, noemt spreker dit toch wel enige discriminatie. In
dien burgemeester en wethouders thans zouden adviseren een andere stich
ting te vormen, dan kan hij reeds bij voorbaat zeggen dat dit juist de be
doeling niet is.