17 AUGUSTUS 1966.
284
woordigd in het beraad van het pedagogisch centrum. Deze heeft een raad
van overleg ten aanzien van de toneelvoorstellingen.
De heer KROON vraagt of deze vertegenwoordiging niet in de stichting
zitting heeft.
Wethouder BASTIAENSEN zegt dat dit een andere zaak is met andere
belangen.
De heer KROON stelt dat als het net zo is als in de raad voor de beroeps -
kunst, dan zal zijn fractie het prettig vinden indien er iemand van zijn
richting zou worden benoemd. Indien van protestants-christelijke zijde
nooit de kans wordt gekregen dan is het begrijpelijk dat van deze zijde be
zwaren blijven bestaan.
Wethouder BASTIAENSEN merkt op dat dit onvergelijkbare zaken zijn.
Hij houdt vol dat in de raad voor de beroepskunst de levensstromingen ver
tegenwoordigd zijn, waarbij het mogelijk is dat er politiek nog kleurver
schil kan zijn. Ten aanzien van het pedagogisch centrum kan hij nog me
dedelen dat hij zich persoonlijk heeft overtuigd dat er een vertegenwoor
diger van het protestants onderwijs zitting heeft iin het overlegcollege ten
aanzien van toneelvoorstellingen.
Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten.
14. AANVULLEND KREDIET TEN BEHOEVE VAN DE BOUW VAN HET
SPORTCENTRUM.
De VOORZITTER deelt mede dat wethouder van Bijnen vooraf een niet
helemaal kostenvrije toelichting wenst te geven.
Wethouder VAN BIJNEN zegt dat de afdeling voor openbare werken
hiervan op de hoogte is. Voor de aansluitkosten van gas, water en elek
triciteit zal nog 17. 000, - - moeten worden toegevoegd aan het voorge
stelde krediet van 345.000,--, zodat het totaal wordt 362.600,--.
Hij hoopt dat de raad dit zal goedkeuren en dat dit het laatste krediet zal
zijn.
De heer MELZER merkt op dat dit de zoveelste keer is dat aan de raad
een aanvullend krediet wordt gevraagd. Niet omdat de lonen en de prijzen
zijn gestegen, maar waarschijnlijk door het falen van de aangetrokken des
kundige. De raad heeft dit medegemaakt bij de bouw van het politiebureau,
van de gebouwen voor de nutsbedrijven en thans is dit weer het geval. Deze
deskundige ontvangt een aanzienlijk honorarium en wanneer dit resulteert
in vergissingen dan brengt dit alleen erge financiële consequenties mede.
De VOORZITTER deelt de heer Melzer mede, dat genotuleerd is wat
hij heeft gezegd.
De heer MENDES zegt dat burgemeester en wethouders een overzicht
voor openbare werken ter visie hebben gelegd, waarin uiteengezet wordt