292 17 AUGUSTUS 1966. De heer VAN DER WERFF zou gaarne willen overgaan tot de 3e alinea van het voorstel van burgemeester en wethouders. Hierin worden namelijk 3 partijen genoemd namelijk het rijk, de gemeenten en derden. Er staat "de door derden aan te brengen verlichting in de tunnel Oranjeplein". Spreker kan zich dat wel voorstellen, maar er staat niet bij op wiens kos ten dit zal geschieden. Hij hoopt dat dit op kosten van rijkswaterstaat zal zijn, maar hij zou dit gaarne willen weten. De VOORZITTER neemt aan dat schade boven de 100,—voor rekening van het rijk en dat dus de franchises voor de rekening van de gemeente zullen komen. Hij meent dit zo te moeten lezen, doch durft het niet ab soluut te stellen, want bij de behandeling van dit voorstel in de afdelings- vergadering is dit punt niet ter sprake gekomen. Wanneer het anders zou zijn zou het mogelijk zijn manipulaties uit te voeren waardoor men iets boven 100, -- per schade zou kunnen komen en daardoor het rijk aanspra kelijk zou kunnen stellen. In verband met de opmerking van de heer Mendes deelt spreker mede dat deze kosten niet in het voorstel zijn genoemd omdat ze niet ten laste van de gemeente komen. Of de kostencalculatie van de gemeente of van het rijk is zou hij momenteel niet kunnen zeggen. Het is natuurlijk vanzelf sprekend dat zo de gemeente de calculatie gemaakt heeft er overeenstem ming met het rijk is. De gemeente gaat natuurlijk geen verlichting aan brengen, die voor rekening van het rijk komt zonder dat het rijk te kennen heeft gegeven deze kosten volledig te willen dragen. Zou bij de aanbe steding blijken dat de kosten hoger zijn dan het bedrag waarover overeen stemming is bereikt, dan zal het rijk daarop zijn fiat moeten geven voor dat met het werk begonnen wordt. De kosten van verlichting van de tun nel komen naar spreker aanneemt voor rekening van het rijk. Hij weet het echter niet zeker. De heer QUADEKKER zegt dat er drie vragen waren gesteld. Door de voorzitter zijn daarop 3 antwoorden gegeven, doch deze weet bij geen der antwoorden iets zeker. De VOORZITTER bestrijdt dit omdat hij de tweede vraag volledigheeft beantwoord. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 26. NOTA INZAKE DE TOEKOMSTIGE GASVOORZIENING. De heer VAN DER ZWAN spreekt namens zijn fractie zijn waardering uit over deze uitvoerige en interessante nota. Het verheugt spreker *s fractie dat uit bepaalde berekeningen is gebleken dat bij het aanhouden van de door de S. R.O. G. geadviseerde tarieven de kosten volledig zullen worden gedekt en acceptabele winsten overblijven. Minder enthousiast is zijn fractie over de folder die aan gezinnen wordt uitgereikt. Deze is zeer eenzijdig gericht op de ombouw. De voordelen van aardgas voor huisverwarming komen er echter niet in tot uitdrukking, ofschoon dit een mooie gelegenheid zou kunnen zijn om de voordelenvan aardgasverwarming onder de aandacht van het grote publiek te brengen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 292