293 17 AUGUSTUS 1966. Als monopolisch lichaam is het openbaai nutsbedrijf niet erg op reclame ingesteld. Door de komst van het aardgas, zo zegt spreker, is er voor het gasbedrijf echter een einde gekomen aan de monopolistische positie en zal het gas verkocht moeten worden. De folder was een goede gelegen heid een intensieve reclame te maken voor de aardgasverwarming. De heer VAN DER WERFF heeft op pagina 4 van de nota gelezen dat vrouwelijke krachten onder leiding van enkele gespecialiseerde aquisiteurs een verantwoorde voorlichting zullen geven. Hij is hierover bijzonder ver heugd en burgemeester en wethouders zullen zich ongetwijfeld herinneren dat hij bij een vorige gelegenheid gewaarschuwd heeft om uitsluitend spe cialisten te laten optreden. Dat burgemeester en wethouders thans vrou welijke krachten voor de voorlichting zullen aantrekken noemt spreker een gelukwens waard. Daarnaast zou hij zich gaarne bij de woorden van de heer van der Zwan aansluiten betreffende zijn waardering voor deze nota. De nota is bijzon der duidelijk ook voor de toekomst betreffende de gasvoorziening, zij het dat dit in diverse stadia in de loop van het komende jaar zal geschieden. In verband met het op pagina 2 van de nota besproken nadeel over de droogte van het aardgas meent spreker dat het droog gemaakt wordt. Deze opmerking van burgemeester en wethouders opent de mogelijkheid om hier een discussie van experts te laten houden, dat hij altijd erg leuk vindt. Hij zou echter de simpele vraag willen stellen waarom dan het vochtig heidsgehalte niet wat wordt verhoogd. Het nadeel valt dan weg. De gemeente heeft een reukinstallatie. Spreker meent dat de naam voor deze installatie iets anders luidt. De centrale voor aardgas heeft ook reeds een dergelijke installatie. Waarschijnlijk komt er uit veiligheidsoverwe gingen een plaatselijke reukinstallatie bij. De droogheid van het gas is spreker echter niet duidelijk, omdat het aard gas naar zijn mening in Slochteren droog gemaakt wordt. De heer QUADEKKER zegt dat op pagina 2 van de nota staat "het aard gas is niet giftig, aangezien, enz. doch op pagina 3 wordt vermeld dat uit veiligheidsoverwegingen een bepaalde graad van odorisatie door de N. V. Gasunie zal worden verzorgd. Spreker vraagt of dat is vanwege mo gelijk explosiegevaar. Indien dit zo is dan vraagt hij zich af waarom het energie- en waterbedrijf nog eens een eenvoudige odorisatie-apparatuur voor storingen inschakelt. Stinkt het gas niet hard genoeg of welke ande re opzet is hiervan de oorzaak, zo vraagt spreker. De heer KROON deelt mede dat zijn fractie zeer verheugd is met de reeds lang toegezegde en thans verschenen gasnota, die nog in deze raads zitting behandeld kan worden. Hij denkt hieraan, omdat hij als lid van de afdeling de voorbereiding van deze nota en de hele omschakeling op aardgas van nabij heeft medegemaakt en dat hij weet dat de voorzitter als wethouder van de bedrijven en voorzitter van deze afdeling een be langrijke rol heeft gespeeld bij het totstandkomen van deze nota en van de onder punt 27 en 28 van deze agenda opgenomen voorstellen van bur gemeester en wethouders. De voorzitter zit namelijk als vertegenwoordi ger van het gemeentebestuur in het dagelijks bestuur van de S. R. O. G. en daardoor heeft hij niet alleen alle behandeling van dichtbij kunnen volgen,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 293