12 JANUARI 1966.
29
de crediteuren de curator in staat stellen om de hypotheek af te lossen.
Wethouder VERMEULEN zegt, als hij het goed heeft begrepen, dat de
heer Barij de betreffende bepaling onzedelijk vindt ten opzichte van de
crediteuren.
De heer BARIJ concludeert ook een onrechtmatige verrijking van de ge
meente.
Wethouder VERMEULEN ontkent dit. Men moet het als rijksgeld zien.
De woning wordt getaxeerd en aangenomen dat de waarde 17. 000, - be
draagt en verkocht wordt voor 10. 000, -, dan is hoe dan ook uit de alge
mene middelen 7.000,-- bijgebracht. Nu heeft de overheid het recht
zich voor deze gelden veilig te stellen, zodat gelden voor zo'n specifiek
doel als woningbouw besteed, niet komen aan willekeurige crediteuren.
Spreker ziet daarom het onzedelijke van de bepaling niet in. Het zou zo
kunnen zijn dat de overheid van verkoop abnormale winst zou maken. Dit
is niet het geval, de gemeente vraagt niet meer terug dan het verschil.
Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten.
53. PREADVIES OP HET SCHRIJVEN VAN H. G.J. BREURS.
54. VASTSTELLEN VAN BEGROTINGSWIJZIGINGEN.
55. UITKERING INEENS OVER 1965 AAN SECRETARISSEN, ONTVANGERS
EN AMBTENAREN VAN DE BURGERLIJKE STAND.
Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten.
RONDVRAAG.
De heer BA YENS meent te weten dat bij de leiding van openbare wer
ken de gedachte leeft eens te komen tot een permanente tentoonstelling
van foto's, maquettes en wat dies meer zij, waaruit de dynamische groei
en ontwikkeling van de stad zou kunnen spreken. In het centraal rapport
van de laatste begroting is gevraagd naar een mobiele tentoonstelling.
Reden van afwijzen waren de hoge kosten. Naar aanleiding van een be
richtje in De Stem omtrent deze kwestie komt hij met het voorstel - dat
zijns inziens niet zo kostbaar hoeft te zijn - of het bij de opening van de
parkeergarage niet mogelijk zou zijn in die garage gedurende een paar da
gen een tentoonstelling in te richten. Misschien is er met de maatschappij
die de garage gaat exploiteren tot een overeenkomst te komen.
De heer BA YENS zegt dat de groei van Breda zich manifesteert door het
ingebruiknemen van inrichtingen van importantie. Vorig jaar is Wolfslaar
op een bescheiden wijze geopend. In 1966 gaan de deuren open van het
nieuwe gebouw van het energie- en waterbedrijf, van de parkeergarage en
van de sporthal. Hij vraagt of het niet te realiseren zou zijn om de ope
ning van de sporthal met een evenement van nationale betekenis te doen
plaatshebben.