304
17 AUGUSTUS 1966.
Deze fysieke conditie, geassocieerd aan Uw psychische flexibiliteit, Uw
gevoel voor humor en geestige woordspeling, maakten zowel raads- als
collegevergaderingen tot vrijwel geruisloos verlopende bezigheden, waarin
U door tactisch optreden een eventuele overdosering aan spanning op
juiste moment en wijze weet te ventileren.
Daarnaast - voorzitter - en ook dit moet gezegd worden, hebben wij U
in het college steeds meer leren kennen en waarderen als een goed col
lega, een milde man, bezonken in zijn oordeel, voorzichtig in zijn be
woordingen, ervaren in zijn raadgevingen. Zakelijk zowel als persoonlijk
groeide het heterogeen samengestelde college mede door Uw aanwezig
heid en leiding tot een homogeen gezelschap, waarin collegialiteit en
vriendschap in elkaar overlopende begrippen werden.
Mijnheer de voorzitter.
Ik ben ervan overtuigd onvolledig te zijn geweest. Het kon slechts mijn
bedoeling zijn met enkele denkbeeldige lijnen hier een schets van U te
etaleren die mij voert tot de conclusie: Met U verdwijnt een markant be
stuurder uit het Bredase stadsbestuur. Een bestuurder uit een bestuurders-
familie. Uw vader was wethouder, Uw broer is burgemeester, een andere
broer eveneens wethouder. Mag het verwondering wekken als ik zeg, dat
dit ambt U als het ware "op het lijf geschreven was".
Wij weten, dat dit politieke heengaan U niet gemakkelijk valt.
Maar als straks de zware stadshuisdeur voor het laatst achter U dichtvalt,
wees er dan van overtuigd, dat Uw collegae en ik weet hier evenzeer te
spreken namens de raad, U zullen vergezellen met hun sympathie en
belangstelling, met hun dank ook voor het vele dat ge hebt gedaan en
niet minder voor de wijze waarop ge het deed. Al blijven we nog even
samen doorwerken, vandaag nemen we symbolisch afscheid van elkaar,
waarbij ik U in het bijzonder namens Uw medeleden in dit college nog een
lange reeks van gezonde jaren mag toewensen, die ge met Uw echtge
note zoudt moeten delen. Wij vinden namelijk dat ook zij daar einde
lijk wel eens recht op heeft.
Voorzitter en collega, het ga U opperbest.
De heer VAN GISBERGEN zegt:
Voor de vriendelijke woorden, die U tot afscheid tot de vertrekkende
raadsleden hebt gesproken, dank ik U namens de scheidende collega's
hartelijk.
Het is aan mij om hier namens hen te spreken.
Mijnheer de voorzitter, wij allen hebben, de een langer, de andere een
kortere tijd, naar vermogen bijgedragen om de belangen van onze stad
te dienen en wij hebben dat graag gedaan.
Graag, omdat wij het op prijs stelden een steentje te mogen bijdragen
voor de ontwikkeling van onze stad en voor de belangen van haar in
woners.
Maar ook graag, omdat ondanks het verschil van politiek inzicht, alle
partijen begrip hadden voor de opvatting van de anderen, zonder daar
bij hun eigen standpunt prijs te geven.
De goede onderlinge verstandhouding in de Bredase raad, maakte van dit
politiek gemeleerd gezelschap een vriendenkring, waarvan iederopzijneigen
wijze zich als doel stelde de belangen van onze stad zo goed mogelijk te
dienen.