307 17 AUGUSTUS 1966. wijs nogal werd gezien als een zaak die nogal controverseel was binnen de partijen in de raad vertegenwoordigd. Hij mag constateren dat die controverse wel behoorlijk is afgezwakt. Hij dacht dat burgemeester en wethouders in deze jaren vooral eraan heeft gewerkt om de openheid op het gebied van het onderwijs te bevorderen. Daarmede wil spreker niet zeggen dat de scheiding en de splitsing die er van oudsher zou zijn ten enenmale fout was. In deze tijd waarin deze splitsing moest komen was deze scheiding ook wel nodig. Gerust mag gesteld worden dat er in een stad als Breda heel wat minder onderwijsinstellingen zouden zijn geweest, wanneer er niet ei gen-gerichte organisaties waren geweest die voor het onderwijs waren opgekomen. In het bijzonder denkt spreker aan de randdiensten. Er zijn zeker moge lijkheden om ten aanzien van die randdiensten splitsing in verschillende groepen te laten ontstaan, maar hij acht het beter naar een samenwerking te zoeken, die in allerlei opzicht beter zou werken en die voor de ge meente wel degelijk van belang zou zijn- Op het culturele niveau mag hij zeggen dat er nog een hele taak wacht, want de culturele afdeling van spreker's portefeuille is pas aan haar eerste aanzet. Blij kan men zijn met de nogal omstreden beslissing van burge meester en wethouders om één directeur in het culturele vlak te benoemen. Spreker heeft het gevoel dat juist door het hebben van één directeur die alle werkzaamheden moet voorbereiden en uitvoeren er in het culturele vlak een grote lijn getrokken wordt. De raad moet hem goed verstaan, dat hij geen kritiek heeft op het feit dat er vroeger twee directeuren wa - ren. Integendeel ieder voor zich heeft veel werk verricht. Doch hierin is ook een bepaalde lijn te zien. Die lijn is voor deze het zoeken naar een heid, één dienst waarin alle activiteiten zullen samenkomen. Dan zal het naar spreker's inzicht mogelijk zijn één nota te maken, waarin alles zal worden samengevat wat er op dit gebied gaande is. Ten aanzien van het onderwijs zal de mammoetwet nog veel werkzaam heden van de gemeenteraad gaan eisen. Het zullen niet alleen allerlei technische details zijn, die er aan de orde komen, doch er zal ook de vraag aan de orde moeten komen in hoeverre er schoolgemeenschappen of ge meenschappen van scholen zullen moeten komen. Burgemeester en wet houders hebben getracht om de eerste aanzet op dit gebied te plegen. Dit is gestrand omdat er in een bepaalde kring naar spreker's mening nog niet voldoende open oog was, voor de mogelijkheid om dit gezamenlijk over alle richtingen heen toch te entameren. Voor zijn opvolger heeft spreker een nota waarin allerlei punten op het gebied van onderwijs zijn genoteerd en hij hoopt dat zijn opvolger in staat zal zijn om alle daarinstaande punten en die inderdaad aan de orde zullen komen met burgemeester en wethouders en de gemeenteraad tot een goed eind te brengen. De voorzitter dankt hij voor de vriendschap ondervonden in de werkzaam heden van burgemeester en wethouders. Even rustig is het niet altijd ge weest in de vergaderingen van burgemeester en wethouders, zo zegt spre ker en er zijn momenten geweest waarop boosheid in het hart kwam, doch het werd altijd weer onmiddellijk gesust omdat toch met elkaar weer de juiste toon werd getroffen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 307