313 6 SEPTEMBER 1966. in zijn midden te hebben. Tussen deze twee controversen, zo vervolgt spre ker, zal moeten worden afgewacht hoe de tijd zich ontwikkelt. Spreker feliciteert de voorzitter nogmaals en spreekt de hoop uit dat de heer Meijs nog veel genoegen van dit tijdelijk burgemeesterschap mag hebben. De VOORZITTER dankt de heer van Werkhooven voor diens vriendelij ke woorden. Hij hoopt alleen dat hetgeen naar voren is gebracht, ook in vervulling mag gaan. Het gebruiken van het woordje "hoop" wil echter niet zeggen, aldus spreker, dat hij het vertrouwen daarin mist. 2. VERKIEZING VAN WETHOUDERS. De heer VAN LOON stelt namens zijn fractie de heer van Boxtel kan didaat. De heer VAN DER WERFF zegt aanvankelijk het woord te hebben wil len vragen bij het kandidaatstellen van de laatste wethouder. Dat hij ech ter direct bij de behandeling van agendapunt 2 iets wil zeggen heeft ech ter als reden, dat het hem juister lijkt aan het begin. Wanneer hij zou spreken bij de laatst te kiezen wethouder, of bij een van de - als hij het zo mag zeggen - "oud-gedienden", dan wel bij een van de "nieuwelin gen" dan zou men dat in al die gevallen kunnen interpreteren als een aanval op een bepaalde persoon of als een wantrouwen ten aanzien van het van deze persoon te verwachten beleid. Dit is niet de bedoeling van de fractie van de V.V.D.In de afgelopen jaren heeft men de zittende wethouders leren waarderen en de fractie meent dat hun terugkeer, hun bestuurlijke continuïteit in het toch al enigermate gehavend college van groot belang is voor de vele en ingewikkelde zaken, die het nieuwe ge meentebestuur van Breda en het college uit zijn midden wachten. Spreker wil zelf geen staalkaart van al deze problemen, nog verzwaard door de gemeentelijke financiële onmacht, geven. Iedereen kent deze even goed, zo niet beter. Een krachtig besturend college met gevoel voor eigen- en uiteraard geldt dit ook voor de raadsleden - verantwoordelijkheid is dus nodig. In dit verband zullen degenen, door spreker daarnet als "nieuwelingen" be titeld en wellicht straks door de heer van Loon te noemen, noch ten aan zien van het werk in de gemeenteraad, noch ten aanzien van de uitvoeren de bestuurlijke arbeid in het algemeen "vreemdelingen in dit bestuurlijk Jeruzalem" kunnen worden genoemd en zij zullen daarom het vertrouwen van de raad kunnen hebben, in het vlak van de personen is dus niets in het geding en daarover zal naar spreker verwacht, geen misverstand ont staan. Ook - en dit ten overvloede - speelt het politiek verleden van de voorzitter geen rol. Niet slechts omdat hij blijkens een intervieuw in Dagblad De Stem het K. V. P. clublied niet meer zal meeneuriën, doch vooral omdat liberaal Breda hem kent als iemand, die onder alle omstandigheden - en nu spreekt hij ook namens de fractie - naar objectiviteit streeft. Wellicht is dit wel enigermate omdat zoals men zich zal herinneren, de voorzitter ook nog een tijdje een eigen mars heeft geblazen als een onafhankelijke "flying Dutchman". Daarbij stond bij hem op de eerste plaats "safety first" als

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 313