314
6 SEPTEMBER 1966.
leidend beginsel op financieel economisch gebied. Dit heeft in grote
mate vertrouwen gewekt. Vandaar dat spreker ook namens de fractie
de voorzitter gelukwenst met zijn benoeming.
Spreker vervolgt door erop te wijzen dat naast het belang van de ge
meente, allereerst de democratie in zijn werking ter harte dient te
gaan. Daarover is in de fractie van de V. V. D. enige bezorgdheid ge
rezen. Ook in andere politieke kampen hoort men deze en gene tot be
raad of bezinning manen, zelfs perplex of verslagen, verontrust of be
zwaard rondzien.
Bij de raadsverkiezingen heeft zich de trend van de statenverkiezin
gen in grote lijnen bestendigd. Spreker ziet hierin een bevestiging van
Dr. Lipschits' veronderstelling dat de verkiezingen van dit jaar: (citaat)
"in de toekomst beschouwd zullen moeten worden als een "critical elec
tion" in de zin daaraan gegeven door V. O. Key, een verkiezing der
halve waarin verschuivingen hebben plaatsgevonden, die achteraf duur
zaam zullen blijken (overgenomen uit de acta politica)".
In dat geval zullen alle politieke partijen met de uitslag dezer ver
kiezingen ernstig rekening moeten houden. Spreker vraagt zich af of
dit met het oog op vandaag, op de taak van heden, in Breda is gebeurd,
daarbij op voorhand toegevend dat de stembusuitslag sterk bepaald lijkt
door het standpunt van het electoraat ten aanzien van de landspolitiek,
zoals die door een coalitie - of een monsterverbond? - van de K. V.P.
P. v. d. A en A. R. P. gevoerd wordt. Hij stelt de vraag of de plaatselijke
fracties de consequenties daarvan mogen negeren. Een van de kenmer
ken van de West-Europese democratie is namelijk, naast het garantie
aspect waarin de liberalen steeds zijn voorgegaan, toch ook het aspect
van participatie, waar men ook graag aan wil doen, dat wil zeggen,
dat er meegedaan wordt. Er is naar die bereidheid van de liberalen om
in het uitvoerend gezag van deze gemeente deel te nemen door de ver
lieslijdende partijen niet of nauwelijks geïnformeerd. Spreker geeft toe,
dat de K.V. P. een absolute meerderheid heeft, maar de democratie
in Breda is het systeem van de helft x te boven; de P. v. d. A is nog
steeds de tweede fractie in aantal, maar de V.V.D. loopt in.
De heer Broeders heeft tijdens de vorige zittingsperiode eens opge
merkt dat spreker de neiging zou hebben redeneringen om te keren,
soms zijns inziens op uiterst aanvechtbare wijze. Op gevaar af zich het
ongenoegen - het politieke ongenoegen wel te verstaan - van de heer
Broeders of van de heer van Loon, of zelfs van de heer Vis op de hals te
halen, kan spreker toch de verleiding niet weerstaan ook nu dat nogeens
te doen.
Enkele weken geleden kon men in politiek Breda, dat overigens maar
een klein wereldje is, de volgende theorie beluisteren: 6 raadszetels
1 wethouderszetel. De P.v.d.A levert zo dadelijk precies één wethou
der.
De K.V.P. krijgt er dan 4, al zullen dat dan wel "6-" zijn. In zijn le
ven heeft spreker al zovelen met 6- over laten gaan en daarom zal hij
de laatste zijn om daar nu bezwaar tegen te maken.