323
6 SEPTEMBER 1966.
en tot plaatsvervangende leden A.M. de Gijsel, A. Kroon, A.M.H.W.
van de Meerendonk en A. Mendes.
3g. BENOEMING TWEE LEDEN BESTUUR BREDA'S STUDIEFONDS.
Bij enkelvoudige kandidaatstelling worden tot lid benoemd de heren
A.W. van Loon en Drs. P. Vis.
3h. BENOEMING TWEE LEDEN VOOR DE RAAD VOOR DE BEROEPSKUNST.
Bij enkelvoudige kandidaatstelling worden tot lid benoemd de heren
J, P. A. van Dun en A. Mendes.
3i. BENOEMING TWEE LEDEN BESTUUR GEMEENTELIJKE SPORTSTICH
TING.
Bij enkelvoudige kandidaatstelling worden tot lid benoemd mevrouw
S.C. M. Krens-Wagtmans en de heer A. Spanjer.
4. AANBEVELING VAN TE BENOEMEN LEDEN VAN DE RAAD VAN COM
MISSARISSEN VAN "HET TURFSCHIP" N.V.
Bij enkelvoudige kandidaatstelling worden aanbevolen de heren J. P.
A. van Dun en F. J. Melzer.
De heer VIS stelt de heer v. d. Zwan kandidaat, doch aangezien de
ze nog niet beëdigd is als raadslid stelt hij voor een vacature te laten.
Overeenkomstig dit voorstel wordt besloten.
5. AANBEVELING VOOR TE BENOEMEN COMMISSARISSEN VAN DE
B.R.I. M.
De heren L.A.M. van Banning en Drs. P. Vis worden kandidaat ge
steld.
De heer MELZER zegt dat zijn fractie tegen de heer Vis geen per
soonlijke bezwaren heeft, echter tegen diens sbenoeming heeft hij
wel principiële bezwaren. Het is namelijk zo dat er twee commissaris
sen uit de raad worden benoemd en een commissaris uit het college van
burgemeester en wethouders. Spreker neemt aan dat dit de heer Vermeu
len wel zal zijn. Wanneer deze procedure wordt gevolgd zouden er twee
van de drie leden behoren tot de fractie van de Partij van de Arbeid. Dit
vindt spreker een beetje teveel gevraagd en stelt daarom de heer F. van
Werkhooven kandidaat.
De VOORZITTER vraagt de heer Melzer of hij dus een kandidaat wil
stellen tegen de heer Vis.
De heer MELZER beaamt dit.