324
6 SEPTEMBER 1966.
De heer MENDES zegt dat er tot nu toe sprake is van een blote ver
onderstelling van de heer Melzer, want het is nog niet helemaal zeker
of de heer Vermeulen in het bestuur van de B. R. I. M. komt.
De heer MELZER antwoordt dat het niet zijn gewoonte is om bloot
te veronderstellen, maar hij neemt toch wel aan dat de heer Vermeu
len zal worden afgevaardigd.
De heer MENDES stelt voor de stemming uit te stellen tot het colle
ge van burgemeester en wethouders besloten heeft.
De VOORZITTER zegt dat er blote veronderstellingen en logische
consequenties zijn. En in verband met de logische consequenties is het
het beste dat de raad stemt. Er moeten dus twee namen op het papiertje
komen, beide kandidaturen worden in stemming gebracht.
Hierna wordt tot stemming overgegaan.
De VOORZITTER zegt dat op de heer L. A. M. van Banning 33 stem
men, op de heer Drs. P. Vis 23 stemmen, op de heer F. van Werkhoo-
ven 14 stemmen en 2 blanco stemmen zijn uitgebracht, zodat de heren
van Banning en Vis zijn benoemd.
De VOORZITTER stelt de vraag of ieder der benoemden de benoe
ming aanvaardt en neemt aan nu geen reacties worden vernomen dat
dit het geval is.
De heer VAN LOON zegt dat hij gemachtigd is te verklaren dat de
heer Quadekker zijn benoemingen aanvaardt.
De heer MELZER zegt dat de heer v. d. Werff hem heeft verzocht
mede te delen dat hij gaarne zijn lidmaatschap in diverse commissies
aanvaardt.
Hierna sluit de voorzitter om 17.45 uur de vergadering met het ge
bruikelijk gebed.
De secretaris,
De voorzitter,