334 14 SEPTEMBER 1966. Vervolgens werd op 4 december 1964 aan gedeputeerde staten gevraagd om een streekstructuurplan, niet alleen ruimtelijk maar ook bestuurlijk. Aan gedeputeerde staten werd medegedeeld dat getracht zou worden het plan via het overlegorgaan te ontwerpen. De minister schort dan de procedure op met een jaar in afwachting van de totstandkoming van dit streekstruc tuurplan voor de naaste toekomst. Begin 1965 wordt door Breda en Prinsen beek aan Terheijden in overweging gegeven de grenswijzigingsprocedure tussen Terheijden en Prinsenbeek in te passen in die tussen Breda en Prinsen beek. Aan dit verzoek geeft Terheijden gevolg door op 9 februari 1965 een verzoek aan de Kroon te richten. Op 14 mei daaropvolgend vergadert het overlegorgaan over het streekstructuurplan, maar daarbij werd geen positief resultaat bereikt. Daarop is er een gesprek geweest met een lid van gede puteerde staten, waarin is medegedeeld dat een streekstructuurplan op korte termijn niet te verwezenlijken zou zijn. Op 10 december 1965 heeft het overlegorgaan opnieuw vergaderd, waarna aan gedeputeerde staten bericht kon worden: a. dat het overlegorgaan geen bezwaar had tegen de voorgenomen gebieds- ruil; b. dat de samenwerkingsvorm ter sprake is gekomen waarbij Breda krachtig heeft aangedrongen op een regeling op raadsniveau; c. dat structuurplan en samenwerkingsvorm zal worden voorbereid door een kleinere commissie onder voorzitterschap van de voorzitter van het over legorgaan plus vertegenwoordigers van Breda en Oosterhout. Dit bericht is voor gedeputeerde staten aanleiding geweest om op 9 februari 1966 mede te delen voornemens te zijn de minister te adviseren de over gang van de Haagse Beemden naar Breda thans zonder uitstel in verdere be handeling te nemen en de indeling van het gebied Rith en Effen nader te bezien aan de hand van het op te stellen streekstructuurplan. Met de gemeente Prinsenbeek heeft hangende de procedure voortdurend overleg plaatsgevonden over de planologische bescherming van de tot woongebied te bestemmen Haagse Beemden. Het resultaat hiervan is ge weest, dat de raad van Prinsenbeek op 23 juni 1964 een voorbereidingsbe sluit heeft genomen. Dit besluit is enkele malen verlengd, laatstelijk tot 16 augustus 1966. Op 9 augustus 1966 neemt de raad van Prinsenbeek het besluit, aldus de krant, om het gebied tussen de nieuwe weg en de hoog spanningskabel te bestemmen tot landelijk gebied zonder bebouwing. Daar door herleeft voor de Haagse Beemden ten noorden van de hoogspannings kabel de bestemming van vrij agrarisch gebied. Desgevraagd heeft Breda van de gemeente Prinsenbeek omtrent dit besluit geen nadere informatie ontvangen. Omtrent de motieven, die geleid hebben tot het jongste koninklijk besluit is ons college niet meer bekend, dan in het koninklijk besluit staat ver meld. Evenmin omtrent het verderstrekkende voorstel van gedeputeerde staten betreffende de gemeentelijke herindeling rond Breda. Het ligt in de be doeling van het college met gedeputeerde staten contact op te nemen met betrekking tot de consequenties van een en ander. Wethouder VERMEULEN zegt dat hij eigenlijk datgene dat door de raad naar voren is gebracht, alleen maar kan onderstrepen. Zijn vrees is niet minder groot, dan die welke door de raadsleden met betrekking tot het veilig

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 334