342
14 SEPTEMBER 1966.
8. HET VERLENEN VAN EEN KREDIET VOOR DE UITBREIDING VAN HET
HOOGSPANNINGSKABELNET IN VERBAND MET DE OPRICHTING VAN
EEN HOOFDSCHAKELHUIS AAN DE RIETHIL.
9. WIJZIGING VAN DE VERORDENING OP DE HEFFING VAN RECHTEN
VOOR DIENSTEN VAN DE AFDELING REINIGING EN ONTSMETTING
VAN HET VERVOERBEDRIJF.
10. VASTSTELLING VAN HET ONTEIGENINGSPLAN "HOGE STEENWEG
EN OMGEVING".
Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten.
11. BESCHIKBAARSTELLING VAN EEN KREDIET TEN BEHOEVE VAN HET
PAND NIEUWE GINNEKENSTRAAT 18.
Mevrouw KRENS - WAGTMANS stelt voorop, dat zij geen enkel be
zwaar heeft tegen het beschikbaarstellen van een krediet, doch dat zij
slechts enkele vragen aan de wethouder wil stellen.
Toen in 1963 het gebouw is aangekocht is voor de vernieuwing van de ver
warmingsinstallatie het advies ingewonnen van een bureau. Het advies
werd niet opgevolgd. Spreekster vraagt of het advies nu wel opgevolgd is,
omdat zij anders vreest dat er volgende winter weer gerepareerd en gebro
ken zal moeten worden. Haar tweede vraag is of het werk nog voor het
stookseizoen klaar zal komen, omdat anders de bewoners in de kou zitten.
Spreekster heeft wel bezwaar tegen het voorstel om de huurprijs te herzien.
De verwarmingsinstallatie is nog niet in orde geweest en zij is van mening,
dat het ook in het particuliere leven niet zo gaat, dat men iets half mag
afleveren om dan bij het in orde maken met de mededeling te komen, dat
dit wel kan, doch dat er dan een huurverhoging zal moeten worden betaald.
Wethouder VERMEULEN antwoordt dat het in het particuliere vlak ook
niet de gewoonte is om zich bij de inrichting van een pand te beperken in
verband met de te verwachten huurprijs, die het totaal in orde maken tot
gevolg zou hebben. Dat is hier door de gemeente wel gebeurd. Daaraan
wil hij nog toevoegen dat het bedrag dat voor onderhoud in het huurbedrag
is verdisconteerd, door een particulier waarschijnlijk wel hoger gesteld zou
zijn, dan thans het geval is. Hij wil waarschuwen tegen de stellingsname
van mevrouw Krens, omdat men door het poneren ervan eigenlijk van twee
walletjes tracht te eten. Aan het pand dat leeg was had ook best een ande
re bestemming kunnen worden gegeven en bovendien zou de huur vanaf den
beginne veel hoger zijn geweest indien men zich bij het maken van kosten
niet had beperkt. De vergelijking met een particuliere huisbaas gaat hier
beslist niet op.
Inzake de opmerking over het advies van een adviesbureau durft spreker geen
concreet antwoord te geven. Hem is namelijk wel een advies van het
energie- en waterbedrijf bekend. Het door deze instantie op 11 juni 1964
uitgebrachte advies luidde, dat geen nieuwe leidingen dienden te worden
aangebracht. Waarschijnlijk onder de druk van het feit van de vestigingen
de berekende huur heeft men gezegd dat het nog wel verantwoord leek om