362 14 SEPTEMBER 1966. voor de tijd van één jaar. Binnen het kader van deze benadering meent spreker niet teveel gezegd te hebben als hij de tekening van de heer Barij erg zwart-wit genoemd heeft. Als de heer Barij de laatste zinnen van de voorlaatste alinea van het voor stel wat vaag vindt kan spreker hem daarbij toch wel een eindweegs volgen. Die zinnen openen de mogelijkheid dat het college over deze materie over enige tijd anders zou kunnen gaan denken en dan zou kunnen trachten op die termijn van twee jaar invloed uit te oefenen. Hij heeft er dan ook geen bezwaar tegen deze passage te laten vervallen. Het college is namelijkvan mening dat het pakket maatregelen, zoals dat nu gaat groeien een wetma tig gegeven is, waarop door het gemeentebestuur geen inbreuk gemaakt kan worden. Het ligt niet in de bedoeling om tijdens de liberalisatie enige in vloed uit te oefenen in de richting van gedeputeerde staten of in de richting van de minister. Hiermede meent spreker misschien de heer de Meij gein- viteerd te hebben om hierover in tweede instantie nog iets te zeggen. Als de heer de Meij zegt dat hij van mening is dat het beschikbaarstellen van een woning zo tijdig zou moeten geschieden, dat er geen overleg meer no dig was, zegt spreker, dat hij wou dat hij het met de heer de Meij eens kon zijn. De praktijk leert dat het aanbieden van een passende woning niet al leen maar betekent een voldoende grote woning, maar dat deze ook passend moet zijn voor wat het milieu en de huurprijs betreft, terwijl de gezins grootte een factor is waarmede terdege rekening dient te worden gehouden. De praktijk heeft bovendien geleerd dat het echt wel eens voorkomt dat er enkele woningen voor concrete gevallen leeg staan, maar dat die niet kun nen worden aangeboden aan degene die een vonnis tegen zich heeft. Spreker verheugt zich erover dat het mogelijk is gebleken om in vrijwel alle geval len met de eisende partij tot overeenstemming te geraken. Dat desalniette min in een zeer beperkt aantal gevallen toch tot vordering moest worden overgegaan is een zaak, die niet te voorkomen is. Het college is echter nooit verheugd als er weer een vorderingsbevel moet worden getekend. Tot slot meent hij namens het college te mogen zeggen dat het van harte hoopt op dit terrein zo spoedig mogelijk naar normale verhoudingen te kunnen te rugkeren. Wethouder VERMEULEN meent erg kort te kunnen zijn omdat er ten aan zien van het bouwbeleid niet zo veel inlichtingen zijn gevraagd. Het wel slagen van deze poging om tot liberalisatie te komen bij het woonruimte- "beleid is afhankelijk van de mogelijkheid om de produktie van woningen aan te passen aan de groei van de behoefte. Als er momenteel gezegd moet worden dat er bijna geen grond meer is voor woningbouw en als dan ook nog andere factoren, nodig om een behoorlijke produktie te kunnen maken, te genwerken, dan zou dat wel eens kunnen betekenen dat we in de toekomst een slechter punt bereiken, dan waarop we momenteel zitten. De omstan digheden zijn momenteel voor wat het bouwbeleid betreft niet optimaal gunstig. Op de kapitaalmarkt is het ook moeilijk voor wat betreft de vrije- sector- en de premiebouw. Bovendien zijn er moeilijkheden voor wat het kunnen bereiken van de curveprijzen betreft. Dit zijn allemaal geen gun stige factoren om een produktie van ongeveer 1300 woningen per jaar ook in 1967 waar te maken. Desondanks gelooft spreker dat er een poging moet worden gewaagd om tot liberalisatie te komen omdat er toch ook wel lichtpunten aan zijn verbonden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 362