14 SEPTEMBER 1966.
363
namelijk het niet meer gebonden zijn aan contingenten voor wat de vrije
sector- en de premiebouw betreft, hetwelk selecterend zal gaan werken
bij de beleggers, die op die plaatsen zullen gaan bouwen waar ze het liefst
hun geld beleggen. Breda heeft wel een goede naam als woonstad. In een
ander verband is er reeds over gesproken, doch spreker wil nu nog eens be
nadrukken, dat het zaak is de mogelijkheid om te kunnen bouwen veilig
te stellen. Het college zal op dit punt niets onbenut laten.
De heer VAN DUIJL zegt blij te zijn met het uitgebreide antwoord van
de beide wethouders. Wethouder van Boxtel heeft hem goed verstaan waar
hij sprak over de huurprijzen in het algemeen en hij is blij dat de wethou
der percentages heeft genoemd, waardoor de raad enige indruk heeft kun
nen krijgen omtrent de situatie zoals die te Breda is. Blij is spreker even
eens met de toezegging van de wethouder, dat het college zal toezien op
de huurprijsbeheersing in de woningwetsector. Hij wenst wethouder Ver
meulen heel veel sterkte bij zijn pogingen om de produktiestromen op gang
te houden.
De heer BARIJ vindt dat hij de situatie niet te veel wit-zwart heeft ge
steld. In feite is hij met de heer de Meij eens, waar deze heeft gesteld,
dat er veel meer dan 5 vorderingen hebben plaatsgehad. Het is bekend,
dat er herhaaldelijk een vonnis niet buiten werking wordt gesteld, maar
ontkracht doordat er vrijwillig mede wordt ingestemd, dat herstel van de
rechtspositie van het vonnis wordt uitgesteld.
Over het begrip rechtstaat zou spreker bij een andere gelegenheid graag
met de wethouder willen discussiëren. Hij blijft van mening dat, indien
twee machten namelijk de administratie en de rechterlijke macht, over
hetzelfde onderwerp beslissingen kunnen nemen, dat een onding is, dat
verwarring in de hand werkt en dat beslist niet geprolongeerd moet worden
tenzij een noodsituatie daartoe aanleiding geeft.
De wethouder heeft gezegd dat hij bereid is de twee laatste zinnen van het
preadvies te laten vervallen. Spreker is het daarmede volkomen eens, om
dat daardoor iedere mogelijke onduidelijkheid wordt weggenomen.
De heer DE MEIJ zou nog graag vernemen hoeveel schikkingen er dit
jaar tot op heden hebben plaatsgehad. Hij blijft erbij, dat "tijdig" bete
kent, vóórdat tot executie van het vonnis kan worden overgegaan. De wet
houder heeft gesteld, dat er een pakket van maatregelen gaat komen, dat
rechtmatig moet groeien en dat het gemeentebestuur daarbij geen moge
lijkheid tot ingrijpen krijgt. Spreker is dat niet met de wethouder eens
Op pagina 8 onder 3 schrijft de minister: "Ik zou Uw medewerking willen
inroepen'..Dat wijst erop dat de minister openstaat voor suggesties van
de gemeentebesturen. De minister vervolgt, dat hij slechts zo nodig zal
overgaan tot een aantal andere maatregelen. Dat wil volgens spreker niets
anders zeggen dan dat de minister de gemeentebesturen een zekere auto
nomie wil toekennen.
De minister heeft gesteld dat 2 jaar na de invoering van de aangekondigde
maatregelen de woonruimtewet moet worden opgeheven en het gaat er
om of de 2 laatste zinnen in het preadvies van burgemeester en wethouders
al dan niet juist zijn. Spreker vindt, dat burgemeester en wethouders te
recht geschreven hebben, dat ze het in deze niet met de minister eens zijn.