372
14 SEPTEMBER 1966.
zonder ter nadere voorlichting van de nieuwe raadsleden waarbij dan ook de
directeur van het cultureel centrum betrokken kan worden om waar nodig
nadere toelichting te verstrekken.
De heer VAN DER WERFF vraagt of de suggestie van de heer Vis inzake
het in het leven roepen van een begeleidingscommissie door het college aan
vaard of verworpen wordt.
Wethouder VERMEULEN gelooft, dat er onderscheid moet worden gemaakt
tussen uitvoering en de raad. Er is een bouwcommissie waarbij alle instan
ties betrokken zijn, die er vaktechnisch mee te maken hebben en bovendien
komen er informele raadsvergaderingen waarin de raad alle wensen ter tafel
kan brengen. Daarom is hij van mening dat de raad niet bij de uitvoering
betrokken moet worden.
De heer MELZER meent, dat de raad toch gelegenheid moet krijgen zich
uit te spreken over de huisvesting van de V.V.V. in Breda, mede gezien de
ernstige financiële consequenties die eraan verbonden zijn.
De heer VIS zegt, dat bij zijn suggestie om een aparte commissie in het
leven te roepen niet de bedoeling heeft voorgezeten, dat deze commissie
in de plaats zou treden van de commissie die er op het ogenblik is. Het con
tact tussen het college en deze groep die daarom ook voldoende representa
tief moet zijn, kan heel belangrijk zijn. Hij denkt hier aan de bouw van het
nieuwe provinciehuis, waarbij ook zo'n commissie in het leven is geroepen.
Het project civic-centre acht hij vergelijkbaar wat belangrijkheid betreft
met de bouw van het provinciehuis. Hij kan dan ook niet inzien waarom een
dergelijke structuur in de gemeente niet mogelijk zou zijn.
De VOORZITTER deelt mede dat het college het stuk aanhoudt en dat er
binnenkort op zal worden teruggekomen.
32. DIT PUNT IS REEDS BEHANDELD BIJ PUNT 1 VAN DE AGENDA.
33. RONDVRAAG.
De heer SPANJER zegt enkele maanden geleden verzocht te hebben de
mogelijkheid om verplaatsbare abri's bij bushalten te plaatsen te onderzoe
ken. Beloofd werd, dat daarover met de B. B. A. besprekingen zouden wor
den gevoerd. Hij wil nu graag ingelicht worden omtrent het resultaat van
die besprekingen.
De heer VIS zegt, dat het zuidelijk gedeelte van IJpelaar bewoond be
gint te geraken en dat de straatverlichting daar ook langzamerhand in orde
komt. Een probleem blijft, dat de verbinding tussen de stad en het nieuwe
gedeelte niet verlicht is. Hij geeft ernstig in overweging, indien definitie
ve voorziening nog lang op zich laat wachten, op deze verbinding noodvoor
zieningen te treffen.
De heer VAN DUN zegt, dat het gedeelte van de Baronielaan, gelegen
tussen het Engelbrecht van Nassauplein en de Wilhelminastraat, in slechte