383
12 OKTOBER 1966.
Mevrouw DE BONTE zegt dat haar fractie met dit voorstel bijzonder is
ingenomen, omdat ook zij van mening is dat bejaardengymnastiek of zo
men wil bewegingsleer, mits met de nodige waarborgen voor een goede
uitoefening daarvan omkleed van grote betekenis zijn voor het behoud of
het verkrijgen van de nodige mobiliteit en de gezondheid in het algemeen
van oudere mensen. Het lijkt een zeer belangrijk onderdeel van de be
jaardenzorg en de fractie is blij met de voortvarendheid waarmee de Stich
ting Bejaardenwerk het werk tot ontwikkeling brengt. Na de inlichtingen
die de wethouder in de afdeling heeft gegeven, gelooft spreekster dat er
geen enkele ongerustheid behoeft te bestaan wat betreft de waarborgen
voor een goede medische begeleiding en deskundige leiding bij de uitvoe
ring van dit plan.
Wel bestaat er - bij haar persoonlijk althans - nog enige ongerustheid wat
betreft de deelname.
Aangenomen dat het de bedoeling is zoveel mogelijk bejaarden hiervan
te laten profiteren, denkt zij dat het een vrij eenvoudige zaak is de ge
organiseerde bejaarden en de bewoners van bejaardentehuizen te bereiken,
maar er is toch nog een vrij groot aantal zelfstandigwonende bejaarden
die geen binding hebben met welke club dan ook.
Uit de mededelingen van de wethouder heeft zij begrepen dat veel bejaar
den hieromtrent schriftelijk geïnformeerd worden, gevolgd door een bezoek
van een kruiszuster die de verdere interesse moet proberen te wekken.
Haar komt echter zo'n eenmalig bezoek en zo'n eenmalige informatie be
slist niet voldoende toe.
Graag zou zij hierover de mening van de wethouder horen. Zij hoopt dat
de stichting erin zal slagen, in brede lagen belangstelling voor dit werk
te wekken en de bejaarden het grote nut van bewegingsleer voor de gezond
heid te doen inzien, zodat een groot aantal aanmeldingen het gevolgzal
zijn.Spreekstet'Si fractie zal met grote belangstelling de verdere ontwikke
ling van dit bejaardenwerk volgen.
De heer BARIJ zegt dat zijn fractie volgaarne met dit voorstel instemt.
Persoonlijk wil hij nog de vraag stellen of de Stichting Bejaardenwerk over
dit project overleg heeft gepleegd met de ziekenhuizen, met het revali
datiecentrum, met verpleeghuizen en met verzorgingshuizen. Tevens wenst
hij te weten wie in deze als gymnastiekmeesters gaan optreden.
De heer VAN DER WERFF zegt een aantal vragen die hij in de fractie
vergadering heeft gesteld in deze raadsvergadering te hebben gehoord.
Eigenlijk heeft hij al een antwoord gekregen van zijn fractiegenoot uit
de afdeling, echter niet op alle vragen. Persoonlijk vindt hij de gedachte:
"de oudjes springen mee" ook niet erg geschikt. Waar nog geen antwoord
op is gegeven - misschien doet de wethouder dat nu - is dat de ouderen
nu al een paar honderdduizend jaar zonder deze bewegingsleer rondlopen
en nu is in Breda een wetenschappelijk verantwoord geriatrisch onder
zoek opgezet.
Volgens spreker kan men nu geen zinnig besluit nemen alvorens de weten
schappelijke gegevens volledig bewerkt ter tafel liggen. Dit is nu in dit
stadium niet gebeurd. Hij begrijpt daarom niet waarom nu ineens zo'n
haast gemaakt wordt.