386
12 OKTOBER 1966.
Gewenst is, het uit deze sfeer te houden. Het moet worden gezien als een
heel normale activiteit waarvoor zich geen enkele bejaarde behoeft te
generen of wat ook. Bovendien is er van springen geen sprake, er wordt
zelfs niet gedaan aan ritmische bewegingsleer, de bewegingsleer zoals
die hier ter sprake is, is zelfs a-ritmisch. Iedere bejaarde, die overigens
in een groep gymnastiek pleegt, doet het helemaal voor zichzelf in zijn
eigen tempo en zonder gemeenschappelijke oefeningen. De heer v. d.
Werff mag dan zeggen dat honderdduizenden het doorgaans zonder bewe
gingsleer hebben gedaan, maar honderdduizenden hebben voor ons veel
strammer gelopen dan zou behoeven. Het is juist een pogen een zo hoog
mogelijke mate van mobiliteit te bereiken. Bovendien zegt spreker na
mens de artsen te kunnen verklaren dat de algemene gezondheidstoestand
doortdeze gymnastiek bepaald bevorderd wordt.
Bepaald oneens is spreker het met de suggestie van de heer v. d. Werff, dat
zou moeten worden gewacht totdat een wetenschappelijk resultaat zou
zijn verkregen uit de hele afronding van het sociaal-geriatrisch onderzoek.
Bovendien vroeg hij waarom er nu zo'n haast is. Spreker meent dat er
nergens sprake is van haast. Een activiteit voor het starten met bewegings-
gymnastiek voor bejaarden staat al jaren op het program. Er waren echter
een paar omstandigheden af te wachten waaronder deze start zo spoedig
mogelijk zou kunnen worden verzorgd. Bovendiafajiifeefirfer.nié Jwoblelïicn van
de financiering. Er zijn de laatste jaren met name op het terrein van be-
jaardenwerk en bejaardenzorg nogal wat kredieten gevraagd aan de raad
en ook hier is sprake van een zekere fasering in de plannen. Dit is mede
een reden geweest om deze zaak nog even te temporiseren en aan te hou
den. Het is wel zo dat op de begroting 1966 nog juist een bedrag gereser
veerd bleef als mogelijkheid om daarmee deze activiteit te kunnen finan
cieren.
Ten aanzien van het wetenschappelijk verantwoord zijn van de huidige
stand van zaken kan spreker nu reeds verklaren dat uit het onderzoek dat
tot nu toe 300 in getal binnen het kader van het sociaal-geriatrisch onder
zoek heeft plaatsgevonden, onomstotelijk is komen vast te staan dat er:
a. een bijzonder grote belangstelling aanwezig was voor deze activiteit;
b. dat er een grote noodzaak aanwezig is.
Die noodzaak is niet alleen voor Breda aanwezig, die noodzaak is univer
seel.
Spreker acht voldoende motieven aangevoerd om de gedachte start volko
men verantwoord te achten. Zij komt eerder te laat dan te vroeg.
De heer KRAMER kan begrijpen dat een vraag verkeerd gesteld wordt
of lichtelijk verkeerd begrepen wordt. Hij neemt direct aan dat dit hem
zeer zeker zou kunnen overkomen. Hij begrijpt dan niet dat de wethou
der zo tussen neus en lippen hem in de schoenen wil schuiven dat hij de
kruisverenigingen ergens in gebreke wil stellen. Niets is minder waar,
spreker wil geen woord ten nadele van de kruisverenigingen zeggen. Het
ging hem om een heel andere zaak, die in feite beantwoord is met de
vraag van de heer Barij over het inschakelen van ziekenhuizen. Wanneer
hij het heeft over de coördinatie en het begeleidend team, dan bedoelt
spreker daarmee dat de oudjes niet geslingerd mogen worden van de ene
naar de andere.