390 12 OKTOBER 1966. De heer VAN WERKHOOVEN zegt dat deze zaak in de afdeling is besproken en er zijn onder meer inlichtingen gevraagd over de centra le verwarming. Na afloop der afdelingsvergadering vroeg spreker zich echter af of de centrale verwarming wel op zijn plaats is. Op de tekening is te zien dat de verwarming alleen het schaftlokaal en badlokaal betreft. Hij meent dat de opslagruimte niet verwarmd moet worden. Als de ver warming op de wijkverwarming wordt aangesloten houdt dit in dat de radiatoren de hele winter verwarmd blijven, ook al is er hiemand om af te sluiten of eventuele risico's te voorkomen. Hij vraagt of het niet praktischer zou zijn om hier gasverwarming aan te leggen, die alleen aangaat als het schaftlokaal wordt gebruikt, zodat er geen verwarmings- kosten voor het gehele jaar zijn. Wethouder VERMEULEN zegt dat hier voor gasverwarming 1.500, - is geraamd. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 17. TRANSFORMATORSTATION TEN BEHOEVE VAN RIOOLZUIVERINGS INSTALLATIE IN DE HAAGSCHE BEEMDEN- 18. TRANSFORMATORSTATION AAN DE PLOEGSTRAAT. Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten. 19. GARANTIE EXPLOITATIEVERLIES N.V. B. B. A. STADSAUTOBUS DIENST. De heer VIS zegt dat als de raad besluit het voorstel van burgemees ter en wethouders zoals het er nu ligt te volgen, dan is het eigenlijk nog maar het stellen van een voorlopige daad. Op het ogenblik wordt er een onderzoek ingesteld naar de wijze waarop een redelijk evenwichtig verlangen tot collectief openbaar personen vervoer ter stede in de nabije toekomst optimaal kan worden uitgevoerd. De resultaten van dit onderzoek zullen hopelijk begin 1967 worden ontvangen. De kwestie van het openbaar vervoer heeft al meer in deze raad onderwerp van bespreking uitgemaakt, ook bij verschillende be grotingsbehandelingen. Zijnerzijds is toen al gesteld dat een oplossing van de verkeersproblemen in de binnenstad alleen maar mogelijk zou zijn door het treffen van ingrijpende maatregelen. Het voorliggende voorstel is zeer actueel en sluit helemaal aan op de ontwikkeling die zich in het algemeen in Nederland voltrekt. Als men bijvoorbeeld kijkt naar de 2e nota op de ruimtelijke ordening in Nederland, komt hetzelf de beeld tevoorschijn. Te lezen is daarin dat de eisen van de gemoto riseerde samenleving grote problemen oproept in het financieel-econo mische vlak. Iets daarvan is nu in Breda te bemerken. Het is nog niet bekend waar dit verder op zal uitlopen en voor een verdere regeling zal men moeten steunen op de resultaten van het onderzoek dat wordt ingesteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 390