396 12 OKTOBER 1966. omdat de wethouder met de portefeuille van openbare werken ook het openbaar vervoer onder zich heeft. Dit was de enige reden, de zaak moest in een afdeling worden gebracht en het is bekend dat het in die afdeling komt waarvan de voorzitter de portefeuille heeft. Spreker zegt toe dat het college zich ernstig over de suggestie van de heer van Gastel zal beraden orn te komen tot het instellen van een com missie voor het openbaar vervoer. Met de heer van Werkhooven is hij het erover eens dat het een gelukkig nevenverschijnsel is dat men niet aan een lange termijn gebonden is. Sa men met hem is spreker het erover eens dat het openbaar vervoer niet al leen een Bredaas belang is. De rijksregeling wordt in de tijd gezien een beetje pessimistisch tegemoet gezien en daar is reden voor, want spreker ziet die morgen ook nog niet ter tafel. In ieder geval, zal er alles aan gedaan worden om er voor in aanmerking te komen. De heer VAN GASTEL is blij met de uitvoerige toelichting op de door hem opgesomde punten, die door hem zijn genoemd als suggesties. Het kan belangrijk zijn deze punten met de B. B. A. regelmatig op te nemen, omdat het wensen zijn die Bij de burgerij bestaan. Spreker zegt geen ant woord gekregen te hebben op zijn vraag wat andere plaatsen doen waar de B. B. A. een stadsdienst heeft. Ook heeft hij niet gehoord waarom de helft van de vergoeding moet worden terugbetaald als er winst wordt ge maakt. Als er nu in enige jaren winst ontstaat worden de 4. 000, -- dan wel betaald? Het stemt hegi tot verheugenis dat aandacht zal worden ge schonken aan de verschillende, eventueel gedifferentieerde tarieven. De heer VIS zegt blij te zijn met het rapport dat op stapel staat, om dat het gaat in de richting van een verkeersplan, want dat zal de meeste mogelijkheden geven om in te passen in het landelijk beleid zoals dit zich gaat aftekenen en zoals dat in de tweede nota over de ruimtelijke orde ning naar voren komt. Wel moet worden toegegeven dat er sprake is van een voorgenomen nieuwe bijdrageregeling, maar omdat de nota is onder tekend door 11 ministers is er naar spreker's mening wel enig gewicht aan de nota toe te kennen. De concessie aan de B. B. A. zal lopen tot 1971. Als hij het goed begrepen heeft is het in deze vergunning toch bepaald mogelijk om daar eventueel uit het rapport naar voren komende eisen te regelen, eventueel met hantering van de nieuwe rijksbijdrageregeling. In dit verband hoopt hij wel dat niet tot 1971 zal moeten worden gewacht om tot een behoorlijke regeling te komen, want de ontwikkeling van het verkeer gaat enorm snel en dan kon het wel eens te laat zijn. Spreker meent dat het huidig kabinet dit heel goed beseft, er staat dan ook in die nota: "Verder zal ook de regeling rijksbijdragen aan gemeenten voor voorzieningen ten behoeve van het wegverkeer en het openbaar vervoer in en om steden BINNENKORT effectieve bijstand kunnen bieden". Spre ker hoopt werkelijk dat deze regering in staat zal zijn binnenkort deze bijstand te bieden. De heer VAN WERKHOOVEN dankt de wethouder voor zijn uiteen zetting. Met de heer van Gastel blijft hij echter wel een beetje bang voor de financiële consequenties. Een begroting kan men zo mooi en zo le lijk maken als men maar wil en dat zal bepaald een moeilijk punt worden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 396