400 12 OKTOBER 1966. het advies van de minister staat ook de mogelijkheid van rondrijdende distributieplaatsen. Die zouden er dan zijn voor degenen uit een bepaal de groep die werkelijk bezwaar maken. Spreker vraagt zich af, zulks omdat het drinkwater vaarin fluor wordt ge bracht misschien niet in zo'n grote mate gebruikt wordt, of het voordeel evenredig is aan de gespendeerde kosten. Een andere vraag is of het fluor niet genivelleerd wordt door andere spijzen, bijvoorbeeld koffie of thee; blijft de kracht van het fluor dezelfde? Als spreker goed is geïnformeerd wordt 5°Jo van het water om te drinken gebruikt, de rest als spoel- en was water en dergelijke. Nodig zal per jaar zijn 1 ton fluor. Nu kan men geen overzicht geven van de kosten, het gaat hier dan ook om een principebe sluit, maar er zal naar spreker hoopt wel afgewogen zijn wat het voorde ligste zal zijn. Tenslotte wijst spreker erop op pagina 3 te hebben gelezen: "Wij tekenen hierbij aan dat een positief standpunt ter zake onzerzijds zo wordt uitge legd, dat U ook concrete uitvoering aan dit standpunt wilt geven, uiter aard afhankelijk van de mogelijkheden en de nadere voorstellen onzerzijds". Spreker vraagt wat hier wordt bedoeld met "concrete uitvoering aan dit standpunt wilt geven", want daar zouden misschien enige consequenties aan vast zitten als de raad dit principebesluit aanvaardt. Dan wordt ook aanvaard de concrete uitvoering en alles wat dit met zich meebrengt. De heer KRAMER vindt dit voorstel te belangrijk om er niets over te zeggen. Hij zegt eerlijk dat zijn verlanglijstje voor de gemeenschap met dit voorstel kleiner is geworden. Met deze eerste opgewekte woorden wil hij het college zijn teleurstelling met betrekking tot de toegezegde nota 's niet onthouden. Deze gang van zaken is alleen te begrijpen met de ge dachte dat de tijd alle zaken regelt. Of die gedachte verantwoord is lijkt geen twijfel, of moest de Waterleiding Maatschappij Noord-West-Brabant nog een of ander college overwinnen? Hij meent echter dat een groot de mocratisch gevoel nimmer mag leiden tot besluiteloosheid, Het fluorzout is nog steeds de hoofdzaak van dit voorstel. Spreker zegt wel de tijd te hebben besteed aan de vele en goede documentatie. Tandbederf, de zogenaamde tandwolf is langzamerhand een beschavingsziekte gewor den en de huidige eetgewoonten zullen alleen maar meer tandinvaliden veroorzaken. Als men dan vanaf 1916 bezig is, heeft de wetenschap veel tijd nodig. Spreker meent dat de overheid, gezien de rapporten, de taak had de volksgezondheid te bevorderen en wel zo spoedig'mogelijk. Dat daarmee een economisch voordeel vanwege de vermindering van het zie- teverzuim gepaard gaat is prettig en meegenomen. Dat bovendien de kos ten van de tandheelkundige behandeling gedrukt kunnen worden met meer dan een miljoen per jaar, is zijns inziens een zaak waar onder andere zie kenfondsen niet aan voorbij kunnen gaan. Met de eigenlijk buiten beschou wing te laten kosten kan spreker wel akkoord gaan, maar hij vraagt zich toch af of er straks subsidie van de rijksoverheid in deze is te verwachten. Volgens de waterleidingwet is er controlemogelijkheid. Spreker is nog bang dat hij wat ouderwets zal zijn met een steekproefje vandaag hier en mor gen daar, want in deze wet is niet te verwachten dat daarin de huidige chemische en elektronische mogelijkheden zijn opgenomen. Mocht dit wel zo zijn dan zou hij graag hebben dat deze worden toegepast met be trekking tot de hoeveelheid fluorzout in het drinkwater. Spreker is bijzon-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 400