404
12 OKTOBER 1966.
teren van enige twijfel of besluiteloosheid van de kant van het college.
Het college liet integendeel voor de goede verstaander doorschemeren hoe
het er grosso mondo over dacht. Het feit dat op die momenten geen uit
spraak werd gedaan was aan andere omstandigheden toe te rekenen. Daar
was allereerst het feit van het dubbele concessiegebied in de stad. 3/5
deel van Breda ontvangt drinkwater van de Noord-West-Brabantse Water
leiding Maatschappij en 2/5 deel van het gemeentelijk waterbedrijf. Dat
schept een bijzonder typische situatie. Van het begin af is het standpunt
ingenomen dat een eenzijdige uitspraak van de kant van de gemeente ge
daan een vrij doelloze zaak zou zijn. Het college heeft dat dus tot van
daag volgehouden, ook in de gesprekken en in de contacten die er zo nu
Ön dan met de Maatschappij over deze zaak zijn geweest, dat indien het
Vraagstuk van de fluoridering te eniger tijd tot beslissing zou moeten ko-
rhen en het college was van oordeel dat dat moest, dit in ieder geval het
best zou kunnen gebeuren in een gezamenlijk standpunt. Bovendien waren
er onderhandelingen met de Maatschappij gaande inzake het vraagstuk van
een gezamenlijke produktiemaatschappij. Een oplossing daarvan schijnt
habij want er ligt hierover een definitief rapport ter tafel, dat de moge
lijkheden aangeeft waarlangs dit zou kunnen gebeuren. Besluiten daarom
trent zijn uiteraard nog niet genomen, want dat is ter competentie van
de raad. Dit rapport baande echter de weg opnieuw en daarmee viel een
2e barrière weg voor behandeling van deze zaak.
De 3e omstandigheid waarom nu met het voorstel wordt gekomen is ge
legen in het feit dat de Maatschappij een rondschrijven heeft gestuurd aan
alle gemeenten gelegen in haar concessiegebied. Dat betekent in feite
alle gemeenten in de westhoek van Noord-Brabant en spreker zegt geen
geheim te verklappen, dat voor zover bezwaren tegen de fluorideringvan
drinkwater worden aangevoerd die voor een - zij het niet belangrijkste -
deel zich mede gronden op religieuze overwegingen die misschien in de
Westhoek weieens meer zouden kunnen spelen dan in de steden. Voor de
Maatschappij zijn er dus nog problemen van andere allure dan misschien
voor Breda. Dat is voor de Maatschappij aanleiding geworden eenmenings-
peiling te houden. Hiermede krijgt men toch wel een dwarsdoorsnee van
het hele agglomeraat van West-Brabant en de gevoelens die de bevolking
in dat gewest koesteren. Spreker is bijzonder benieuwd naar de uitslag, die
over de verschillende gemeenten verdeeld uit de bus zal komen.
Toen de brief van de Maatschappij arriveerde heeft het college overwogen
wat de beste manier van aanbrengen zou zijn. En daarbij zijn opnieuw de
gedachten ter tafel gelegd om in een uitvoerige nota pro en contra van
fluoridering bij elkaar te plaatsen. Die gedachte heeft het college laten
varen zich daarbij er wel van bewust zijnde, dit bij de behandeling op de
boterham te krijgen.
Wanneer men de literatuurlijst, alsmede de uitvoerige rapporten en bro
chures die in de laatste jaren over fluoridering zijn verschenen aanziet en
de conclusies die in de verschillende stukken staan eens naast elkaar zet,
dan verkrijgt men een hoeveelheid literatuur die zich nauwelijks in een
compacte nota laat samenvatten. Besloten werd de toevlucht te nemen
tot - en dit niet om de gemakkelijkste weg te nemen - het beschikbaar
stellen van materiaal. Er is veel meer beschikbaar dan dit, maar gemeend
werd er het meest kardinale uit te lichten. Ieder kan dan aan de hand van
c|e conclusies in de verschillende rapporten zich een oordeel vormen, zon
der persé het hele rapport gelezen te hebben.