12 OKTOBER 1966. 405 De raad kan evenwel stellen dat toch met een nota had moeten worden gekomen. Maar in dit concrete geval - gezien ook het feit dat er vóór 15 oktober ten principale een uitspraak moest komen - meende het college zijn toevlucht tot de gevolgde methode te mogen nemen. Door verschil lende leden van de raad is over de zaak gesproken. Spreker meent dat de kroon op de discussie wel door de heer Kroon zelf is gezet en misschien is uit zijn negatieve benadering het best te komen tot een algemene be antwoording. Het is inderdaad merkbaar dat men van het vraagstuk van de fluoridering geen politieke aangelegenheid maakt. Het beste blijkt dat wel in de Bre dase raad waar van de protestant-christelijke fractie 50% voor en 50% te gengestemd is. Spreker heeft wel de indruk dat bij de rest van de raad de verhouding een tikkeltje anders is, gehoord de gemaakte opmerkingen. Maar ook daarmede mag men vrede hebben. Eerlijk gezegd heeft spreker niet het gevoelen dat hij als leek op dit terrein in staat zou zijn tegen standers nu zo in enkele minuten van het ongelijke in hun kant te over tuigen. ©e fluoridering is een zaak waarin de stellingen nagenoeg zijn be trokken. Voor- en tegenstanders verdedigen hun meningen maar ook niet in de literatuur is te bemerken dat de tegenstanders zich hebben bekeerd of omgekeerd dat de voorstanders zich zouden hebben laten verleiden naar de andere kant over te hellen. Wat dat betreft kan men dus zeggen er het zwijgen toe te kunnen doen want men weet hoe Breda over dit vraagstuk flenkt. Anderzijds is het goed om voor het forum van de publieke opinie een verantwoording af te leggen over dit beleid, vooral omdat er dan geen pngerustheid zou kunnen groeien ten aanzien van de veiligheidsmarges, In zijn algemeenheid mag worden gesteld dat geen enkel terrein is waar een ziekte hetzij curatief, hetzij preventief, maar vooral preventief kan jsogen op de enorme ervaring die wetenschappelijk met de fluoridering is opgedaan. Als voorbeeld noemt hij de difterie- en kinkhoestbestrijding, de pokken- en de poliovaccinatie, notoire preventieve terreinen van volks gezondheidszorg. Toch hebben deze terreinen waar vaccinatie een vero verd goed is geworden, zich in het Nederlandse volk normaal weten teves- Ugen. De tegenstand die'min of meer gevoelsmatig tegen het element fluoridering wordt ingebracht is naar spreker's mening weg te redeneren op basis van de wetenschappelijke uitkomsten. Wanneer gesproken wordt over wetenschappelijk onderzoek met betrekking tot deze zaak dan praat men niet over duizenden of honderdduizenden mensen maar echt over honder den miljoenen mensen. Dit wordt dan een mondiale benadering die men volledig uitgewerkt kan vinden in de rapporten van de wereldgezondheids organisatie. Dit is een zeer zwaar rapport dat niet ter visie is gelegd om de raad niet te laten schrikken. Er worden daar indrukwekkende cijfers wetenschappelijk gegroepeerd en elke twijfel weggenomen omtrent demo- gelijke schadelijkheid met betrekking tot de fluoridering van het drinkwa ter. Het is een wetenschappelijk bewezen feit dat de gezondheidstoestand van miljoenen mensen die hun leven lang natuurlijk drinkwater met fluoride heb ben gedronken even goed is als die van hen die water zonder fluoride dron ken. Dat is een enorm aantal en het is in boeken neergelegd. Er is geen enkele twijfel aan dat fluor geen invloe^ heeft op ontstaan van ziekten, ondanks de tegenspraak van Dr, Jansma en anderen. Er is verder een are aal van onderzoekingen ten aanzien van fluoridevergiftingen bij mens en dier. Ook hier is sprake van een wijd vertakt onderzoek over de hele we-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 405