3*2 9 NOVEMBER 1966. Spreker gelooft, dat als wij willen oordelen over deze mensen, dat we dan niets anders te doen hebben dan de hand in eigen boezem te steken en te vragen wat wij voor hen doen. Wij moeten de jeugd be hoorlijk gelegenheid geven om zich te oriënteren. De helft van de bezoekersaantallen, die spreker eerder genoemd heeft is afkomstig uit het onderwijs. Als er straks een behoorlijke ruimte is en als er diepgaand overleg gepleegd wordt met de onderwijsinstel lingen is spreker ervan overtuigd, dat we hier een stuk cultuur be drijven en dat we hier een opvoeding geven, die de jeugd ten goede komt. Als er een groep jongeren het centrum binnentrekt, is het be langrijk, dat de leraar die erbij is kan vertellen wat er aan de hand is. Als er een Goya-expositie gehouden wordt van etsen, is het be langrijk, dat men tevoren de mensen kan laten zien wie Goya is en in welke tijd hij leefde. Ze zijn namelijk maar zo kort binnen en in die korte tijd moeten ze zo flitsend en zo goed mogelijk georiën teerd worden. Projectie-apparatuur zal er onmisbaar zijn. Naast deze informatie ruimte zal aandacht moeten worden besteed aan een ruimte waar verkoop in de vorm van reprodukties en dergelijke van kunstwerken, die in de Beyerd te zien zijn, mogelijk is. Er moet een kleine biblio theek zijn met naslagwerken. Verder zal er een koffiebar moeten zijn, waar men kan praten en discussiëren, waar men een discotheek kan hebben. Vooral de jonge ren tonen ook grote interesse voor de wijze, waarop een kunstwerk tot stand komt. In dit geval wordt gedacht aan een werkplaats, die afwisselend beschikbaar gesteld kan worden aan beeldende kunstenaars en waar de wording van een kunstwerk kan worden getoond. Wat zou het niet leuk zijn als men ruimte had om er een etspersje neer te zetten en te laten zien hoe zo'n ets gedrukt werd. Verder wordt gedacht aan een zaal voor 250 personen, die in het hart van het centrum ligt en waarin films Ttunnen worden vertoond, waarin con certen worden gegeven, voordrachten worden gehouden door auteurs, kortom alle oriëntatie op een zo breed mogelijk vlak van de cultuur zal daar kunnen plaatsvinden. Als de gemeente nog eens besluit om zich een eigen kunstbezit te verwerven kan een bepaald gedeelte worden gebruikt om het kunst bezit van de gemeente te tonen. Ook exposities omtrent de historie van de stad kunnen er in worden ondergebracht. Het samengaan van de Beyerd met de V.V.V. komt spreker persoon lijk aantrekkelijk voor, omdat er veel mensen komen en omdat men sen uit het expositiewezen en het museumwezen weten, dat er nog altijd een zekere drempelvrees bestaat. Naar de V.V.V. gaat men gewoonlijk wanneer men in de stad aankomt om te vragen wat er in de stad te doen is en waar dat zal gebeuren. Doordat de V.V.V. zo dicht bij het centrum is gesitueerd wordt het de mensen gemakkelijk gemaakt om er naar toe te gaan- Spreker heeft de indruk, dat de mens in deze tijd eenzaam wordt. Hij gelooft, dat in de grote woonflats heel veel mensen wonen, die wel eens zeggen, waar zou ik vanavond naar toe kunnen gaan. Dit zijn beslist niet alleen de alleenstaanden, maar ook diegenen, die in een gezin leven. Spreker gelooft, dat een dergelijk centrum

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 425