vr$ 9 NOVEMBER 1966. voorziet in een enorm grote behoefte en dat het ook de mogelijk heid biedt aan het publiek van een grote stad om ergens naar toe te gaan. De nieuwe steden zullen er volgens hem zo uit zien, dat in het hart de culturele voorzieningen zullen worden getroffen en dat in de buitenwijken afdelingen zullen worden aangetroffen van de bibliotheek en verder dingen waar de wijk iets aan heeft. Als spreker, die nog maar enkele maanden in de stad werkt, het culturele pakket van de stad bekijkt, vindt hij dat pover. Er is een schouwburg, die uit de vorige eeuw dateert en die na aan koop door de gemeente wat opgeknapt is. Die schouwburg doet hem denken aan een oud vrouwtje, dat men een hoed met veren heeft opgezet en dat men op hoge hakken laat lopen. Het kan nog even maar beslist niet lang meer. Het is een gebouw, dat verouderd is en waarvan de hele sfeer en de entourage uit de tijd is. De jonge mensen die gaan trouwen kopen ook geen old finish- meubelen meer en wij kopen zelf ook een modern ameublement, een moderne kast en een modern bed. Wanneer er aan de Beyerd niets gebeurt, zal de gemeente binnenkort een hoge rekening inzake onderhoud en vernieuwing te betalen krijgen, wil men de Beyerd niet sluiten. De zaak is erg aan revisie toe met uitzondering van het zaaltje, waaraan kort geleden nog wat geld is gespendeerd. Iedereen zal het er wel over eens zijn, dat het jammer is, dat dit zaaltje moet worden afgebroken, doch wanneer men de rest beziet en men bemerkt, dat dit zo volledig tekort schiet en zo volledig uit de tijd is, kan men er nauwelijks om treuren. Een dezer dagen is een schilderij van Karei Appel aangekocht, dat de naam "Happy Day" draagt. Spreker hoopt, dat de beslissing, die vanavond zal vallen de naam van het schilderij zal waar maken. Wethouder VERMEULEN zegt, dat hij na de betogen van de beide voorgaande sprekers wil trachten ook nog het aspect, wat de be stuurder van de stad en derhalve de gemeenteraad na aan het hart moet liggen, te belichten. Uit het stuk, dat aan de leden is toegezonden, kan men opmaken dat de schaalvergroting voor Breda beslist op gang is en spreker ge looft, dat het met behulp van de 2e nota ruimtelijke ordening, on verstandig zou zijn, als het gemeentebestuur van Breda in zijn. acti viteiten niet attent zou zijn op het creëren van mogelijkheden om die grotere functie van Breda in de agglomeratie ook inderdaad waar te maken. Nu hebben wij geluk gehad, zegt spreker en dat is dan een compliment mede aan de raden uit het recente verleden en aan de huidige raad en misschien aan de raad, die op deze zal volgen, dat wij als stadsbestuurders in een bijzonder imposante en moeilijke periode in de ontwikkeling van Breda leven. Wij zijn inderdaad toe aan schaalvergroting en dat zal blijken uit allerlei zaken waarvoor gevraagd wordt gelden te voteren, want het gemeentebestuur kan zich niet distantiëren terwijl tegelijkertijd bij particulieren eisen op tafel worden gelegd, die van hun kant al veel investeren in het belang van de leefbaarheid van de stad. Er zal een wisselwerking moeten zijn tussen overheid en particulier initia tief.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 426